Meijenfeldt, Michiel Hermann von (1923-1990)

 
English | Nederlands

MEIJENFELDT, Michiel Hermann von (1923-1990)

Meijenfeldt, Michiel Hermann von (ook bekend onder de naam Von Meyenfeldt), legerofficier en politiek activist (Rotterdam 4-1-1923 – Roermond 24-11-1990). Zoon van Hijlke Roelof von Meijenfeldt, architect, en Louise Gesina Westerhoff. Gehuwd op 21-3-1949 met Cornelia Klazina Gloude (1924-1977). Uit dit huwelijk werden 2 zoons en 3 dochters geboren. Na haar overlijden (11-12-1977) gehuwd op 31-7-1978 met Isolde Hild (geb. 1952). Uit dit huwelijk werden 1 zoon en 1 dochter geboren.

afbeelding van Meijenfeldt, Michiel Hermann von

Chiel von Meijenfeldt was de derde zoon in een gereformeerd gezin van vier kinderen; die religieuze beleving en zijn lidmaatschap van de Gereformeerde Kerken zou Von Meijenfeldt altijd heel serieus blijven nemen. Hij was twaalf jaar oud toen hij zijn vader verloor. Chiel bezocht de HBS-B, eerst in Rotterdam en vanaf 1939, toen het gezin naar Voorburg verhuisde, in Den Haag, waar hij in 1942 eindexamen deed. Hij was zeventien toen de Duitsers Nederland binnenvielen. Vanaf september 1944 nam hij, als lid van de Binnenlandsche Strijdkrachten, deel aan het verzet tegen de bezetter.

Na de bevrijding van Noord-Nederland in mei 1945 meldde hij zich – geïnspireerd door zijn patriottistische ervaringen en Indië-idealen – als oorlogsvrijwilliger bij de Koninklijke Landmacht. In 1948 werd hij benoemd tot luitenant der infanterie bij het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL). Een jaar later trouwde hij te Kresek (Tangerang) ten westen van Batavia met Cora Gloude. Uit dit huwelijk zouden tussen 1952 en 1960 vijf kinderen worden geboren. Na de soevereiniteitsoverdracht in december 1949 bleef hij nog een paar jaar in Indonesië om het nieuwe republikeinse leger militair te adviseren: vanaf 1 januari 1950 als tweede luitenant en vanaf 1 juli van dat jaar als eerste luitenant. In 1953 keerde hij terug naar Nederland en werd hij benoemd tot luitenant-adjudant bij de Infanterieschool in Harderwijk.

Von Meijenfeldt – sinds 1 september 1956 kapitein – schreef zich vervolgens omstreeks 1961 in voor de officiersopleiding aan de Hogere Krijgsschool in Den Haag, waar hij als beste leerling uit de bus kwam. In 1964 kreeg hij als adjudant van de staatssecretaris voor de Landmacht J.C.E. Haex (1963-1965) de opdracht het leger te rationaliseren. Deze opdracht mislukte weliswaar, maar Von Meijenfeldt – op 1 februari 1965 bevorderd tot majoor en op 1 november 1969 tot luitenant-kolonel – deed hierbij wel nieuwe ideeën op over de taak van de krijgsmacht. Vanaf 1970 kon hij die als directeur van het Studiecentrum voor Militair Leiderschap in Hilversum verder uitwerken.

Von Meijenfeldts interne nota Een visie op de KMA-opleiding (1971-1972) werd op ruime schaal binnen de Koninklijke Militaire Academie (KMA) in Breda verspreid. Von Meijenfeldt was een gedisciplineerd militair, zeker geen pacifist en ook een groot voorstander van de dienstplicht. Maar zijn moderne ideeën over de inrichting van kernwapenvrije zones en een nucleaire no first use-verklaring brachten hem in opspraak. De liberale minister H.J. de Koster (1971-1973), die hem veel te politiek uitgesproken vond, plaatste hem over naar een troepenfunctie: Von Meijenfeldt werd op 15 oktober 1973 bevorderd tot kolonel en benoemd tot plaatsvervangend commandant van de in Oirschot gelegerde 13de Pantserinfanteriebrigade.

Von Meijenfeldt zocht een ander forum voor zijn politiek-militaire denkbeelden. In de jaren zeventig werd hij steeds actiever binnen het Interkerkelijk Vredesberaad (IKV) en behoorde hij tot de linkervleugel binnen de Anti-Revolutionaire Partij (ARP). Zo kon hij zijn patriottistische idealen, gereformeerde geloof en kritiek op de flexible response-strategie combineren en opnieuw politiek ingang doen vinden. Van 1970 tot 1978 was hij door de synode van de Gereformeerde Kerken benoemd in de commissie ‘Deputaten voor de bestudering van het oorlogsvraagstuk’, die in 1978 bezit en gebruik van massavernietigingswapens afwees. Van 1971 tot 1983 was hij de vertegenwoordiger van de Gereformeerde Kerken binnen het IKV, en tussen 1976 en 1977 bekleedde hij het voorzitterschap van deze vredesorganisatie.

Op 10 juli 1976 ‘bombardeerden’ de socialistische bewindslieden op Defensie, minister H. Vredeling en staatssecretaris A. Stemerdink (1973-1977), de als ‘links’ bekend staande kolonel Von Meijenfeldt tot 34ste gouverneur van de KMA (Trouw, 27-11-1990). Om die reden werd hij op dezelfde dag bevorderd tot brigade-generaal. Dit werd beschouwd als een onvervalste politieke benoeming. Von Meijenfeldts beschermheren hoopten dat hij een nieuwe impuls zou geven aan de onderwijsvernieuwing en de vermaatschappelijking op de KMA.

In den Haag en Breda keken velen aanvankelijk met achterdocht naar de ‘rode gouverneur’, die de IKV-campagne voor eenzijdige nucleaire ontwapening ondersteunde. Von Meijenfeldt was evenwel niet voor afschaffing van de dienstplicht of andere revolutionaire ingrepen. ‘Ik ben geen rode generaal, ik denk alleen goed na over wat we nou eigenlijk aan het doen zijn’ (Elsevier, 22-7-1978).

De nieuwe commandant was spoedig geliefd bij de cadetten. Hij was een voorstander van liberalisering van de strenge leefregels en schafte de avondklok af. Zo konden de oudere cadetten het nachtleven van Breda verkennen. ‘Ik ben best bereid een oogje dicht te knijpen [...] De KMA is een open instituut’ (Studeren in uniform, 424). Von Meijenfeldt mengde zich graag onder de cadetten en was een toegankelijk bestuurder. Op die manier sloeg hij een bres in het traditionele militaire internaatssysteem.

Ook op bestuurs- en onderwijskundig gebied maakte Von Meijenfeldt naam. Al bij zijn aantreden kondigde hij aan dat militair management het nieuwe uitgangspunt zou zijn. Hij was goed op de hoogte van de nieuwe bedrijfskundige inzichten en bracht een ‘inhoudelijke en organisatorische aardverschuiving’ voor de KMA teweeg. De krijgsmacht moest in Breda voortaan niet alleen maar object van wetenschap zijn, maar ‘in volle complexiteit’ vanuit multidisciplinaire invalshoeken worden benaderd (Ibidem, 390).

Toen anderhalf jaar na zijn benoeming het eerste kabinet-Van Agt (1977-1981) aantrad, verloor Von Meijenfeldt – sinds 1 december 1977 generaal-majoor – de politieke steun voor zijn beleid. Zijn uitspraken strookten vaak niet met het officiële defensiebeleid, en het departement vroeg zich af hoe de standpunten van de gouverneur te rijmen waren met zijn voorbeeldfunctie op de KMA. Het ministerie van Defensie besloot echter niets tegen hem te ondernemen uit vrees daarmee te veel politieke consternatie te veroorzaken. Bovendien ging Von Meijenfeldt al in 1980 met pensioen. Zijn opvolger generaal-majoor D. Klik, trachtte diens sporen evenwel snel uit te wissen, en er brak een periode van restauratie aan.

Op 57-jarige leeftijd verliet Von Meijenfeldt de KMA en hij verhuisde van Breda naar Ittervoort in Midden-Limburg. In december 1977 was na een jarenlang ziekbed zijn eerste vrouw overleden, en een half jaar later was Von Meijenfeldt getrouwd met de negentien jaar jongere Isolde Hild. Hij had haar leren kennen op de KMA, waar ze medewerkster was. Uit dit huwelijk zouden tussen 1979 en 1985 twee kinderen worden geboren.

Na zijn pensionering in 1980 bouwde Von Meijenfeldt verder aan een tweede carrière buiten het leger. Hij schreef rapporten voor organisaties, zoals een defensieplan voor het toekomstige Namibië ten behoeve van de Werkgroep Kairos, een op Zuidelijk Afrika gerichte christelijke anti-apartheidsorganisatie. In de politiek sloeg Von Meijenfeldt eveneens nieuwe wegen in. Als lid van de ‘Groep van Tachtig’, een kring van kritische ARP-leden, betreurde hij de oprichting en deelname aan het Christen-Democratisch Appèl (CDA). In 1981 werd hij lid van de nieuwe progressief-christelijke Evangelische Volkspartij. Zowel bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1982 als die van 1986 stond hij als tweede op de kandidatenlijst, na partijleidster Cathy Ubels-van Veen.

Grote bekendheid c.q. beruchtheid kreeg Von Meijenfeldt, aanvankelijk nog in actieve dienst als generaal en gouverneur van de KMA, met zijn opvattingen over de kernwapens en zijn afwijzing van het besluit van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) tot modernisering van het nucleaire arsenaal, de zogeheten ‘NAVO-Double Track Decision’ van 1979. In 1980 nam Von Meijenfeldt als spreker deel aan de internationale vredesbijeenkomst in het West-Duitsland Krefeld. Hierdoor raakte de ‘Friedensrat der DDR’, het officiële vredesorgaan van de Duitse Democratische Republiek (DDR) – en tevens een mantelorganisatie van de communistische staatspartij SED – in Von Meijenfeldt geïnteresseerd. De ‘Friedensrat’ bracht hem in contact met Gerhard Kade, vice-president van het ‘International Institute for Peace’ in Wenen èn een ‘inoffizielle Mitarbeiter’ van de Oost-Duitse ‘Staatssicherheitsdienst’ (Stasi). Van de buitenlandse inlichtingendienst van de Stasi, de ‘Hauptverwaltung Aufklärung’(HVA) ontving Kade 100.000 mark en instructies om een vredesgroep van NAVO-generaals op te richten.

In november 1981 kondigden vijf door Kade bijeengebrachte generaals en admiraals buiten dienst, onder wie Von Meijenfeldt – inmiddels eveneens gepensioneerd – de oprichting aan van de vredesorganisatie ‘Generaals voor de Vrede’. Zij spraken hun zorg uit over de confrontatiepolitiek van de NAVO en keurden de stationering van nieuwe middellange afstandsraketten af. Von Meijenfeldt werd voorzitter. De vijf generaals waren niet expliciet op de hoogte gesteld van de Stasi-connecties. De laatste directeur van de HVA, Werner Grossmann, zou in 2001 bevestigen dat de generaals geen directe agenten van de Stasi waren geweest. Dat was volgens hem ook niet nodig geweest, zij ondersteunden immers al uit eigen beweging de Oost-Duitse propaganda. Von Meijenfeldt ontving in december 1985 de ‘Friedensmedaille’ van de DDR. In 1986 werkte hij mee aan een tweedelige documentaire van de Oost-Duitse filmmaatschappij Defa over de ‘Generaals voor de Vrede’. Staats- en partijleider Erich Honecker was bij de première aanwezig.

De discussie binnen en buiten de vredesbeweging over de juiste strategie verstomde niet. Von Meijenfeldt stond met zijn kritiek op de NAVO niet alleen, maar vond binnen de vredesbeweging en de Gereformeerde Kerken meer gehoor. Critici verweten de oud-generaal echter dat hij zich te veel door de Oost-Europese propagandisten liet gebruiken en dat hij bovendien voorbijging aan de politieke onvrijheid in Oost-Europa en de onderdrukking van de mensenrechten aldaar. Von Meijenfeldt en zijn medestanders waren van mening dat gesprekken over ontwapening met de machthebbers moesten worden gevoerd, niet met dissidenten.

De Oost-Duitse machthebbers waren evenwel niet ontvankelijk voor zijn pogingen gezamenlijk vijandsbeelden af te breken noch wilden zij diens eenzijdige ontwapeningsideeën in eigen kamp toepassen. Zij gebruikten Von Meijenfeldt slechts als propagandistisch uithangbord. De val van de Berlijnse muur in november 1989 maakte een einde aan de Oost-Duitse ‘heilstaat’. Von Meijenfeldt beleefde nog net het slot van de Koude Oorlog. Hij overleed eind 1990 op 67-jarige leeftijd aan de gevolgen van hepatitis.

Chiel von Meijenfeldt was een markante en trotse persoonlijkheid, die gevraagd en ongevraagd zijn mening gaf. Hij was uiterlijk een vat vol tegenstrijdigheden: geworteld en gesocialiseerd in de orthodox-gereformeerde cultuur van de ‘jongelingenvereniging’, met de bijbehorende patriottistische, oud-Indië idealen, gesocialiseerd in de Tweede Wereldoorlog, waar hij bij de Binnenlandse Strijdkrachten vocht, maar wel met open oog voor andere tradities en religies. Von Meijenfeldt was een militair in hart en nieren, gedisciplineerd en hardwerkend, en zeker geen pacifist, maar wel een militair die het liefst de kernwapens eenzijdig wilde afschaffen en geheel eigen denkbeelden over de taak van de NAVO en Nederlands rol daarin ontwikkelde en uitdroeg. In de jaren zeventig had Von Meijenfeldt het tij mee, en vielen hem een aantal politieke benoemingen ten deel. Door zijn uitgesproken en kritische militaire standpunten kreeg hij echter ook al snel de wind van voren. Hij was evenwel niet gevoelig voor kritiek en zocht bij tegenstand gewoon een andere manier om zijn opvattingen te verkondigen. Ook in zijn persoonlijk leven liet Von Meijenfeldt zich weinig gelegen liggen aan de mening van anderen, en hertrouwde hij, een half jaar na het overlijden van zijn eerste echtgenote, met een veel jongere vrouw. Uiteindelijk brak zijn door ambities en idealen gedreven Alleingang hem politiek gezien op: met zijn engagement, na zijn pensionering in de jaren tachtig, in de door de Oost-Duitse staatsveiligheidsdienst geleide mantelorganisatie ‘Generaals voor de vrede’ verloor hij zijn onafhankelijke positie en deed hij velen twijfelen aan zijn oprechte, ‘vaderlandse’ houding. In het ontwapeningsakkoord van 1987 (INF) tussen de Verenigde Staten en de Sovjetunie en de val van de Berlijnse Muur twee jaar later zag Von Meijenfeldt zelf zijn gelijk bevestigd. Naar zijn mening hadden de vele ‘officiële’ ontwapeningsintitiatieven aan deze omslag in het Oostblok bijgedragen.

A: ‘Militaire staat van dienst Michiel von Meijenfeldt’ bij het Bureau Registratie Informatie Ontslagen Personeel (BRIOP) van het ministerie van Defensie te Kerkrade; Archief Nederlands Instituut voor Militaire Historie te ’s-Gravenhage.

P: o.a. Trouw, 11-9-1976; Trouw, 6-8-1977; Trouw, 8-7-1978; ‘Verdediging van het atoomtijdperk’, in: Willem Aantjes [e.a.], Daar gaat het om. Signalen voor christelijke politiek (’s-Gravenhage 1980) 47-53; Kernontwapening. Utopie of realiteit? (Ede 1981); In dienst. Wat nu? Actuele informatie voor aanstaande militairen (Ede 1982); Ontwapening. Een ingewikkeld proces (Lelystad 1982); Deputaten voor bestudering van het oorlogsvraagstuk. Concept-nota ter voorbereiding van een studierapport. Met samenvatting (Leusden 1982); ‘We moeten de traditionele paden durven verlaten’, in Hervormd Nederland, 13-3-1982; ‘De rol van het militaire machtsapparaat’, in Wending. Maandblad voor Evangelie en Cultuur 37 (1982) 465-560; ‘Niet alleen demonstreren’, in Civis Mundi 22 (1983) nr. 3, 77-109; Het vijandsbeeld. Anders denken over politiek, bewapening en vrede (Ede 1984); Bewapening en veiligheid. Kritische herbezinning op de militaire krachtsverhoudingen tussen Oost en West en de politieke rol van wapens (Ede [etc.] 1985); Chemische bewapening.Uitbanning binnen bereik? (Lelystad 1986); ‘Friedensbekenntnis von früheren NATO-Militärs’, Neues Deutschland, 20-5-1986; Leeuwarder Courant, 20-12-1986.

L: Naast necrologieën o.a. in: NRC Handelsblad, 27-11-1990, Trouw, 27-11-1990 en door Marc Scheffelaar, in Parade 11 (1990) 3-4 (dec.) 1: ‘De rode gouverneur van de KMA’, Elsevier, 5-3-1977; Elsevier, 22-7-1978; ‘M.H. von Meijenfeldt, de generaal. Uitgetekend’, in: Haagse Courant, 15-11-1980; Gerhard Kade, Generale für den Frieden. Interviews (Keulen 1981); B. Stemerdink, Jonkers. 170 jaar Koninklijke Militaire Academie (Amsterdam 1998); Jan de Bas, De muis die even brulde. De Evangelische Volkspartij, 1981-1991 (Kampen 1999); Jochen Staadt, ‘Die Bedrohungslüge. Wie sich acht Generale aus NATO-Staaten für die psychologische Kriegführung der DDR einspannen liessen’, in Frankfurter Allgemeine Zeitung, 7-4-2001; Jan de Bas, ‘Von Meyenfeldt was geen foute man, hooguit wat naïef’, in Trouw, 11-4-2001; Joop Verdonk en Harry Zeldenrust, ‘Portret: Chiel von Meyenfeldt en zijn inzet voor de vrede’, in: Geloof niet in oorlog. De discussie in de Gereformeerde Kerken over het Oorlogsvraagstuk. Onder red. van H.B. Gerritsma [e.a.] (Meppel 2003) 209-212; Studeren in uniform. 175 jaar Koninklijke Militaire Academie, 1828-2003. Onder red. van Petra Groen en Wim Klinkert (’s-Gravenhage 2003); Beatrice de Graaf, ‘Generaals voor de vrede. Oost-Duitse beïnvloeding van Nederlands protest, 1980-1989’, in: Confrontatie en ontspanning. Maatschappij en krijgsmacht in de Koude Oorlog, 1966-1989. Onder red. van Jan Hoffenaar [e.a.] (‘s-Gravenhage 2004) 225-243; Website: Hugo G. von Meijenfeldt, ‘De Rode Generaal’. Een overzicht van de officiersrangen die Von Meijenfeldt doorliep in: Naam- en ranglijst der officieren van de Koninklijke Landmacht en de Koninklijke Luchtmacht 138 (Arnhem 1978) 51.

I: M.H. von Meijenfeldt als kolonel van de landmacht in 1976 (detail) [Foto: Jacques Klok; collectie ANP Historisch Archief].

Beatrice de Graaf

Laatst gewijzigd op 12-11-2013