Classicale Acta, 1573-1620

 
English | Nederlands

Bewerkt door J.P. van Dooren, J. Roelevink, J. Bouterse, M.Kok, J. van Gelderen, C. Ravensbergen, P.H.A.M. Abels, A.J. Verschoor en A.Ph.F. Wouters; met medewerking van A.J.J. van 't Riet en J. van den Berg (jaar van publicatie: 1980-2011)


De classis, een kerkelijke vergadering, was in de late zestiende en in de zeventiende eeuw de spil van het hervormde kerkelijk leven. Zij vormde het bestuurlijke middenniveau tussen de plaatselijke kerkenraad en de provinciale synode. Alle zaken van enig belang kwamen in de classis aan de orde.

In de uitgavereeks Classicale acta wordt per classis de tekst van de notulen uitgegeven. De uitgaven beginnen steeds met de oudste bewaard gebleven acta, meestal uit het laatste kwart van de zestiende eeuw. Ze eindigen met 1620, toen na de Nationale Synode van 1618-1619 het proces van hervorming organisatorisch werd afgesloten.

De acta geven inzicht in de organisatie van de kerk, de opleiding en beroeping van predikanten, de verhouding tussen kerk en wereldlijke overheden, de doorwerking van de reformatie en theologische geschillen. Tal van maatschappelijke onderwerpen worden besproken, zoals armoede, onderwijs, huwelijksleven, bijgeloof en toverij. Classicale acta bevatten daarom gegevens voor de kerk-, de sociaal- en de mentaliteitshistoricus.

De notulen van de classis worden waar nodig kort toegelicht. Verder zijn lijsten opgenomen van de gemeenten en de predikanten in de classis. Elk deel bevat een index op personen, plaatsen en zaken. Aan de tekst vooraf gaan inleidingen op de gehele serie en ieder deel in het bijzonder.

Verschenen zijn de acta van de classes Dordrecht, Rotterdam/Schieland, Leiden, Woerden, Walcheren en Zuid-Beveland, de Overijsselse classes, Delft en Gorinchem. In bewerking zijn de classes Schouwen en Duiveland en Tholen en Bergen op Zoom. Deze in bewerking genomen delen zullen de laatste zijn die in de uitgavereeks worden opgenomen.

Delen I en II

De classis Dordrecht besloeg een groot gebied, waartoe niet alleen Dordrecht met omgeving, maar ook de Hoeksche Waard, een deel van het eiland IJsselmonde, de Alblasserwaard, de Langstraat en de baronie van Breda behoorden. In 1616 werd Breda een zelfstandige classis. De classis was al vroeg strak georganiseerd rond Dordrecht als centrum. Zij kon de twisten tussen remonstranten en contraremonstranten tamelijk eensgezind doorstaan.

Deel III

De classis Rotterdam omvatte de stad, de nabij de Maas gelegen dorpen op het eiland IJsselmonde, en Schieland met Delfshaven en de stad Schiedam. De machtsstrijd tussen Rotterdam en Schiedam raakte geheel verweven met de tegenstellingen tussen remonstranten en contraremonstranten. Deze leidden zelfs tot een langdurige scheuring in de classis.

Deel IV

De classis Walcheren bestond uit de steden Middelburg, Vlissingen en Veere en hun omliggende dorpen. Later werd Colijnsplaat op Noord-Beveland toegevoegd. De taken van de classis strekten zich ook uit tot Vlaanderen, zowel het gedeelte dat door de Staten van Zeeland werd bestuurd, als het vijandelijke gebied tot aan Calais. Daar probeerden geheime kruisgemeenten het hoofd boven water te houden. Walcheren was vrijwel volledig contraremonstrants. Dat geldt ook voor de classis Noord-Beveland, die samenviel met het eiland en werd gedomineerd door Goes. Van deze classis zijn de acta slechts voor de jaren 1579-1591 beschikbaar.

Deel V

De classis Leiden lag in een bestuurlijk sterk verbrokkeld gebied. Oorspronkelijk viel de classis samen met het hele Rijnland, maar al in 1587 volgde een splitsing tussen wat later Over- en Nederrijnland ging heten. In Nederrijnland domineerde de stad Leiden. Het Nederrijnse gebied had geen duidelijk centrum, omdat de stad Woerden nog Luthers was. In 1594 kwam daarin, mede door politieke omstandigheden, verandering. Zo ontstond de classis Woerden met Overrijnland. De aanwezigheid van de universiteit drukte een stempel op de werkzaamheden van de classis Leiden, die vaak examens moest afnemen. In de classes Leiden en Woerden was de strijd tussen remonstranten en contraremonstranten bijzonder heftig. De overheid zag er echter op toe dat de spanningen ondergronds bleven. Van de classis Woerden zijn slechts de acta van 1617 tot 1620 bewaard gebleven.

Deel VI

Overijssel was tot aan het einde van de zestiende eeuw het toneel van oorlogshandelingen tussen de Spanjaarden en de Republiek. De gereformeerden concentreerden zich daarom in de steden. Pas rond 1600 kon worden begonnen met de uitbouw van de gereformeerde kerk. De acta geven verslag van de moeizame inspanningen om de gereformeerde kerk goed te laten functioneren en de leer ingang te laten vinden. Ook in Overijssel veroorzaakten de tegenstellingen tussen remonstranten en contraremonstranten tweespalt. De acta van de classis Zwolle zijn niet bewaard gebleven. Wel beschikbaar zijn die van de classis Deventer (van 1601 tot 1620), van de classis Kampen (van 1596 tot 1601) en van de classis Steenwijk/Vollenhove (van 1601-1620).

Deel VII

De classis Delft, de oudste van Holland, was klein van omvang. Het gebied viel vrijwel samen met het baljuwschap Delfland. Hierdoor kon een eenvoudige organisatie worden opgezet met de stad Delft als zwaartepunt. De stabiliteit werd nog versterkt door de persoonlijke gaven van een aantal Delftse predikanten. In de conflicten tussen remonstranten en contraremonstranten bewaarde de classis lang de neutraliteit, maar uiteindelijk kwam het ook hier bijna tot een scheuring.

Deel VIII

De classis Gorinchem besloeg aanvankelijk een zeer groot gebied, van Culemborg en Vianen en Buren tot Zaltbommel met de Bommelerwaard, het Land van Arkel, het Land van Heusden en het Land van Altena. Op den duur splitsten Zaltbommel en Buren zich af. In het overgebleven gebied lagen naast de steden Gorinchem en Heusden veel graafschappen en heerlijkheden. In de acta wordt de worsteling van de gereformeerde kerk zichtbaar om zich te midden van deze vele kleine machtscentra staande te houden. De strijd rond remonstranten en contraremonstranten concentreerde zich met name rond Heusden.

Deel IX

Dit deel beslaat de hele provincie Gelderland met de vergaderverslagen van de classes Nijmegen, Tiel en Bommel, Zutphen, Overveluwe (Arnhem) en Nederveluwe (Harderwijk). Deze bron biedt een levendige inkijk in het kerkelijke, sociale en culturele leven van de periode.

Deel X

De classis Brielle omvatte de eilanden Voorne, Putten, Goeree en Overflakkee. De kleine stad Brielle had de meeste externe invloed op het leven van de classis en speelde ook een rol in de tegenstellingen tussen remonstranten en contraremonstranten. Uiteindelijk scheurde de classis voor een korte tijd.