Hallema, Anne (1893-1973)

 
English | Nederlands

HALLEMA, Anne (1893-1973)

Hallema, Anne, historisch publicist (Tzum, gem. Franekeradeel 8-9-1893 - Breda 23-2-1973). Zoon van Jan (Ruurds) Hallema, gardenier, en Aafke van Dijk. Gehuwd op 15-5-1915 met Aukje Miedema. Uit dit huwelijk werden 2 dochters geboren.

Hallema werd na de normaalschool opgeleid tot onderwijzer, maar hij heeft slechts kort voor de klas gestaan. De mobilisatie wegens het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog onttrok hem aan zijn werkkring in de school te Franeker waar hij sinds 1912 fungeerde. Nadat hij in de jaren 1918 tot 1920 een mislukte poging had ondernomen een positie te verwerven in de handel in thee en tabak, aanvaardde hij in 1920 een betrekking bij het rijksopvoedingswezen. Hij was verbonden aan de Rijksopvoedingsgestichten te Leeuwarden, Alkmaar en Harderwijk. Vanaf 1922 was hij onderwijzer aan de Tuchtschool voor jongens te Ginneken (later 'groepsleider' aan de Rijksinrichting voor jongens den Hey-acker). Hallema heeft zich consciëntieus en met liefde van deze ambtelijke taak gekweten.

Hoewel van hervormden huize, wist hij zich in het Noordbrabantse, en meer speciaal in het Bredase, milieu vrienden te maken. Politiek geëngageerd was Hallema nauwelijks. In de jaren dertig was hij lid van de Liberale Staatspartij en na de Tweede Wereldoorlog korte tijd van de Partij van de Arbeid. Hij werd gekozen als lid van de tijdelijke gemeenteraad van Breda (oktober 1945 tot augustus 1946). In het openbare leven trad hij weinig op de voorgrond. Voor de lokale geschiedbeoefening van Breda is zijn steun belangrijk geweest bij de oprichting van de Geschied- en Oudheidkundige Kring van Stad en Land van Breda "De Oranjeboom" (1948). Jarenlang had hij zitting in de redactie van het door de kring uitgegeven Jaarboek.

Eén grote passie heeft het leven van Hallema, die geen oratorische gave bezat, zeker beheerst: geschiedvorsing en geschiedschrijving. Hoewel hij autoditact was, heeft hij op historisch terrein een respectabel niveau bereikt. De omvang van zijn publicistische arbeid - sinds 1917 - is verbluffend: bijna veertig boeken en brochures, vele honderden artikelen in vak- en populaire bladen, en duizenden kranteartikelen. Enkele thema's hadden Hallema's voorliefde: het kind, strafrecht en gevangeniswezen, het Huis van Oranje, ambacht en nijverheid. Speurzin, onderscheidingsvermogen, werklust en een welversneden pen hebben het Hallema mogelijk gemaakt een oeuvre op te bouwen dat qua omvang singulier is: boeken over kinderspelen, weeshuizen, bierbrouwerij; biografieën over Amalia van Solms [1940], koning Willem II (1949), admiraal Tromp [1941] en Hugo de Groot (1942), maar ook over de koopman-industrieel J.P. van Rossum (1947); lokale studies over de politie en de gevangenis in vroeger dagen, maar ook over scholen, onderwijs en kerkelijk leven.

Een defect van Hallema's tomeloze werkwijze was ongetwijfeld het gemis aan reflectie en aan geduldig literatuuronderzoek. Wijdlopigheid van stijl - hem verweten door overigens waarderende recensenten als J.G. van Dillen of L.J. van Apeldoorn - is een symptoom van gebrek aan zelftucht. Daartegenover staat de grote waarde van het pionierskarakter van een belangrijk deel van Hallema's thematiek. Hij heeft, als één der eersten, de aandacht gevestigd op onderwerpen als het strafrecht, het tucht- en werkhuis of het politiecorps, die pas tegen het einde van Hallema's werkzame leven serieuze aandacht der historici kregen. Zijn naam blijft onverbrekelijk verbonden aan de vondst in 1925 van het manuscript van het oudste ontwerp van Dirck Volckertsz. Coornherts Boeventucht en aan de publikatie van vele archivalia die betrekking hebben op de stichting van lokale tucht- en werkhuizen in de 16e en 17e eeuw (vooral Jan van Houts rapporten en adviezen aangaande het Amsterdamse tuchthuis).

Erkenning van zijn verdiensten blijkt onder meer uit zijn verkiezing tot lid van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden (1934) en zijn koninklijke onderscheiding (1964).

A: Particulier archief in het bezit van de familie; een deel van Hallema's historische documentatie werd afgestaan aan het Gemeentearchief van Breda.

P: Henrica E. Verwoerd, Bibliografie van Anne Hallema, Tzum (Franekeradeel) 8 september 1893 -Breda 23 februari 1973 (Leeuwarden, 1979). Fryske Akademy: 559.

L: F.A. Holleman, in Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden 1972 - 1973, 125-136; F.A. Brekelmans, in Jaarboek van de Geschied- en Oudheidkundige Kring van Stad en Land van Breda "De Oranjeboom" 26 (1973) 1-8; idem, in Economisch- en Sociaal-Historisch Jaarboek 38 (1975) 340-341.

A.H. Huussen jr.


Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).

Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 3 (Den Haag 1989)
Laatst gewijzigd op 12-11-2013