Nuboer, Johannes Frans Willem (1901-1984)

 
English | Nederlands

NUBOER, Johannes Frans Willem (1901-1984)

Nuboer, Johannes Frans Willem, marineofficier (Pontianak (Nederlands-Indië) 2-10-1901 - Rotterdam 26-2-1984). Zoon van Johannes Frans Willem Nuboer, industrieel, en Ida Elisabeth Staalman. Gehuwd op 20-5-1935 met Pauline Braat. Uit dit huwelijk werden 2 zoons en 1 dochter geboren. afbeelding van Nuboer, Johannes Frans Willem

Nuboer bracht zijn jeugd door deels in Nederland, deels in Indië, waar zijn vader in 1911 overleed. Na de vierde klas van de HBS te Apeldoorn te hebben doorlopen, deed hij met goed gevolg staatsexamen. Van 1918 tot 1921 - het jaar waarin hij tot officier werd benoemd - volgde hij de opleiding tot zeeofficier aan het Koninklijk Instituut voor de Marine te Willemsoord. Nuboer had daartoe toestemming gekregen van zijn moeder op voorwaarde zich gelijktijdig voor te bereiden op het propaedeutisch examen scheepsbouw aan de Technische Hoogeschool te Delft.

Nuboer wist dit examen kort na het einde van zijn adelborstentijd te behalen, maar kon daarna niet verdergaan met de studie scheepsbouw, omdat juist toentertijd bij de marine een uitzonderlijk groot tekort bestond aan jonge officieren. Wel kreeg hij de gelegenheid zich te specialiseren op het terrein van de verbindingsdienst en mocht hij in 1930 een cursus cryptografie volgen bij de toenmalige reserve-majoor H. Koot. Hij was betrokken bij de ontwikkeling van installaties en procedures voor radioverkeer met onderzeeboten. In 1931 werden, niet in de laatste plaats door toedoen van Nuboer, de eerste chiffreermachines - type 'Enigma' - bij de Koninklijke Marine ingevoerd. Van 1932 tot 1934 volgde hij de cursus aan de Hoogere Marine Krijgsschool in Den Haag. Onderdeel daarvan was een reeks detacheringen bij verschillende eenheden en diensten der zeemacht. Typerend voor Nuboer is dat het eindrapport dat hij - conform de toen geldende voorschriften - ter zake indiende, trefzeker en onverbloemd aangaf wat mankeerde aan de oorlogsgereedheid van de Nederlandse marine.

In 1934 werd Nuboer naar Nederlands-Indië gezonden om bij de Marinestaf in Batavia een afdeling 'Inlichtingen' te organiseren. Er bestond daar toen reeds een radioluisterpost, die zich onder meer bezighield met het opvangen van het radioverkeer van de Japanse marine. In nauwe samenwerking met 'Kamer 14' van de Generale Staf te Bandoeng begon Nuboer de door deze post opgevangen Japanse radioseinen te bestuderen. Zowel met de zogeheten verkeersanalyse als met het ontcijferen van codetelegrammen werden belangrijke resultaten geboekt. Zo konden een tijdlang de bewegingen van de Japanse vloot min of meer op de voet worden gevolgd. Hierdoor was het bijvoorbeeld in 1937 mogelijk de torpedobootjager 'Van Galen' zo tijdig naar Shanghai te zenden om de Nederlandse belangen in deze Chinese havenstad te beschermen, dat het schip daar aankwam nog voordat ter plaatse de vijandelijkheden tussen Japanners en Chinezen waren begonnen. In het najaar van 1938 voerde de Japanse marine evenwel nieuwe codes, geheimschriften en dergelijke in, die bij het uitbreken van de oorlog in het Stille-Oceaangebied goeddeels nog niet waren gebroken, ook niet door de Britten of Amerikanen.

Nuboer was inmiddels begin 1938 naar Nederland vertrokken, waar hij was benoemd tot leraar aan de Hoogere Marine Krijgsschool. Het was de bedoeling van de chef van de Marinestaf, vice-admiraal J.Th. Furstner, die hem toen al zeer waardeerde, dat hij directeur van deze instelling zou worden. Als gevolg van de toenemende internationale spanning heeft Nuboer echter slechts 'waarnemend' de directie gevoerd, van 1 augustus 1939 totdat Nederland in de Tweede Wereldoorlog betrokken raakte. Op 14 mei 1940 vertrok hij met een deel van de Marinestaf naar Groot-Brittannië. Gedurende het verdere verloop van de oorlog heeft hij achter de schermen een belangrijke rol gespeeld als adviseur op strategisch gebied, eerst van minister van Oorlog Furstner en vanaf augustus 1942 van minister-president P.S. Gerbrandy.

Na de bevrijding was Nuboer onder meer van 1947 tot 1948 hoofd van het Bureau Inlichtingen van de Marinestaf in Den Haag en daarna tot 1953 vertegenwoordiger van de Koninklijke Marine te Londen bij verschillende aldaar gevestigde organen: eerst van de Westeuropese Unie en vervolgens van de Noordatlantische Verdragsorganisatie. Toen hij op 1 oktober 1953 wegens leeftijdsontslag de Rijkszeedienst verliet, werd Nuboer wegens zijn bijzondere verdiensten bevorderd van kapitein-ter-zee tot schout-bij-nacht titulair. Daarna, van 1953 tot 1969, heeft hij nog zeer vruchtbare activiteit ontplooid als directeur van de NV Scheepsbouwbelangen in Den Haag en was hij vanaf 1954 een gewaardeerd algemeen voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Vereniging 'Onze Vloot'.

Nuboer was in de omgang bijzonder beminnelijk en gedroeg zich steeds bescheiden. Hoewel hij vaak een enigszins schutterige en verlegen indruk maakte, dwong hij toch bij wie met hem omgingen respect af wegens zijn opmerkelijke intelligentie en werklust, alsook omdat men voelde dat hij zich liet leiden door hoge morele normen.

A: Collectie-Nuboer bij de Afdeling Maritieme Historie van de Marinestaf te 's-Gravenhage.

P: 'De eerste jaren van de marine-inlichtingendienst bij de Staf Zeemacht te Batavia, 1934-1938', in Marineblad 91 (1981) 6 (juni) 268-274.

L: Verhoor van J.F.W. Nuboer, in Verslag houdende de uitkomsten van het onderzoek [der] parlementaire Enquêtecommissie Regeringsbeleid 1940-1945 IVc ('s-Gravenhage, 1950) 1576-1580; C.J.W. van Waning, in Zeewezen 73 (1984) 81; Ph.M. Bosscher, De Koninklijke Marine in de Tweede Wereldoorlog (3 dln.; Franeker, 1984-1990); Robert D. Haslach, Nishi no kaze, hare. Nederlands-Indische inlichtingendienst contra agressor Japan (Weesp, 1985). Carrièreoverzicht in: Gedenkboek honderd jarig bestaan der adelborsten-opleiding te Willemsoord 1854-1954 . Samengest. door P.S. van 't Haaff en M.J.C. Klaassen (Bussum [1954]) 257.

I: Beeldbank van het Nationaal Archief in Den Haag [Collectie ANEFO; Nuboer in februari 1944].

Ph.M. Bosscher


Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).

Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 4 (Den Haag 1994)
Laatst gewijzigd op 12-11-2013