Ruis, Klaas Willem (1945-1986)

 
English | Nederlands

RUIS, Klaas Willem (1945-1986)

Ruis, Klaas Willem, omroepmedewerker (Haarlem 29-3-1945 - Denia (Spanje) 4-8-1986). Zoon van Nicolaas Marinus Verdel en Reinoutje Ruis, naaister. Gehuwd op 14-8-1970 met Catharina Maria Mulder (geb. 1942). Dit huwelijk, waaruit 1 zoon en 2 dochters werden geboren, werd ontbonden op 18-1-1984.

afbeelding van Ruis, Klaas WillemWillem Ruis werd in de nacht van 28 op 29 maart om klokslag twaalf uur geboren. Zijn moeder koos voor de 29ste als geboortedatum, omdat volgens haar 'een nieuw leven hoort bij een nieuwe dag'. Ruis was een buitenechtelijk kind, dat, samen met zijn tien jaar oudere halfzuster, door zijn moeder werd opgevoed. Hoewel de vader vanaf zijn geboorte contact met hem onderhield, bleef de moeder steeds de belangrijkste persoon in Willems leven. 'Ja, het was armoede', zei hij later over zijn jeugd, 'maar het was warm, het was zo verdomde warm' (Schroevers).

Na de MULO in Haarlem te hebben doorlopen wilde Ruis maar één ding: 'beroemd worden'. toen hij in 1961 niet werd toegelaten tot de Amsterdamse Toneelschool, besloot hij een jaar lang de wereld in te trekken en monsterde hij aan als 'bell-boy' op een van de passagiersschepen van de Holland-Amerika Lijn. Hier was hij in de gelegenheid om, naast zijn werk, tijdens de showavonden aan boord zijn hang naar entertainment uit te leven. Het jaar daarop deed Ruis een tweede poging om op de Toneelschool te komen, die opnieuw mislukte. Hij moest het doen met wat figurantenrollen bij de toneelgroep 'Ensemble'.

Na zijn militaire diensttijd - die grotendeels in West-Duitsland werd vervuld - trad Ruis in 1967 gedurende drie jaar als hofmeester in dienst bij de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij (KLM). In deze periode ontstond zijn belangstelling voor de journalistiek. Een krantenartikeltje over een dagelijkse Mariaverschijning in een Koptische kerk in Caïro bracht hem op het idee om hiervan, tijdens een oponthoud in Egypte, met een bandrecorder verslag te doen. Zo ontstond in 1967 Ruis' eerste reportage, waarin hij de gebeurtenis op ongewone wijze - als was hij sportverslaggever Theo Koomen bij een wielerwedstrijd - van commentaar voorzag: 'Jahaaa, ik zie haar komen ...'. De KRO zond deze, door haar originaliteit opvallende opname in een van haar programma's uit, waarna Ruis de smaak van het verslaggeversvak te pakken kreeg. Tijdens zijn vluchten met de KLM maakte hij verscheidene reportages, die hij verkocht aan de VARA. Daaronder waren ook interviews met beroemde Amerikaanse filmsterren als Liza Minnelli en Danny Kaye, tot wie de 23-jarige Ruis zich met de woorden 'Dutch radio' toegang had weten te verschaffen.

In 1970 verliet Ruis de KLM en ging hij, na korte tijd werkloos te zijn geweest, radioreportages maken voor de VARA, waar hij onder meer bijdragen leverde aan de actualiteitenrubriek Dingen van de dag en het sportprogramma Tussen start en finish . Daarnaast werkte hij van 1970 tot 1982 mee aan Langs de lijn van de NOS. Vooral met zijn optreden in dit drukbeluisterde sportprogramma op de zondagmiddag verwierf Ruis zich grote populariteit door zijn gekscherende commentaren, snedige replieken en de melig-humoristische tweegesprekken die hij met medepresentator Koos Postema voerde. 'Hier volgt een gunstig bericht voor Amsterdammers' - kregen de luisteraars eens vijf minuten na aanvang van de wedstrijd Feijenoord-Ajax van hem te horen - 'het staat nog 0-0' (Verdonck). Ook taalkundig was hij vaak spitsvondig. Toen een elfjarig jongetje hem in een van de uitzendingen opbelde om mee te delen dat het niet 'Sint Michielsgestèl' was, zoals Ruis zei, maar 'Sint Michielsgèstel', antwoordde hij: 'Nee hoor, want het is ook landingsgestèl'. Ruis' ijver en enthousiasme werden gewaardeerd en beloond, en allengs kreeg hij steeds meer radiowerk te doen. Het hoogtepunt beschouwde hij later het programma Alleen op een eiland uit juli 1971. Hierin onderhield hij het radiocontact met de schrijvers Godfried Bomans en Jan Wolkers, die ieder een week alleen op het onbewoonde Groningse waddeneilandje Rottumerplaat doorbrachten om vandaar dagelijks over hun ervaringen te berichten.

Het daaropvolgende jaar kreeg Ruis ook bij de televisie vaste voet aan de grond. Na te hebben geassisteerd in het amusementsprogramma van presentatrice Mies Bouwman Een mens wil... van de AVRO en bijdragen te hebben geleverd aan het satirische programma De J.C.J. van Speykshow, of: dan liever de lucht in! van de KRO, zorgde regisseur en producent Jos van der Valk in 1976 voor de echte doorbraak. Van der Valk - die al spoedig zijn mentor in het televisieamusement zou worden - vroeg Ruis tijdens de zomermaanden voor de KRO een korte quiz te presenteren. Deze blufte toen niet geïnteresseerd te zijn in 'een zomerkwisje', maar wel een programma te willen doen van anderhalf uur, in het gewone seizoen met als titel De Willem Ruis Show . Tot zijn grote verbazing kreeg hij zijn zin. Het programma dat hij vervolgens maandelijks op het beeldscherm bracht, zou voor een ommekeer op de Nederlandse televisie zorgen. Ruis viel op, niet alleen door zijn uiterlijk - jongensachtig, met lang haar en een open boord in plaats van een das -, maar vooral door zijn manier van presenteren. Zijn spontaan-brutale, uitgelaten optreden, ad rem, met veel improvisatie en, naar eigen zeggen, 'menselijker' tegenover de quizdeelnemers, stond in schril contrast tot dat van zijn bedaagde en vormelijke voorgangers. In zijn shows stond altijd een modelspoorbaan opgesteld; treinen waren zijn grote hobby. Hoewel in wezen erg verlegen maakte Ruis van het zoenen van iedere vrouwelijke kandidaat zijn handelsmerk. Het bezorgde hem de bijnaam 'de kissmaster'.

Ruis hield van uitdagingen, van het nemen van risico's. Door zijn enorme populariteit bij het Nederlandse publiek dacht hij dat zijn shows ook in West-Duitsland wel in de smaak zouden vallen. Naast zijn Nederlandse shows presenteerde hij daarom in 1980/1981 voor de kleine Saarländische Rundfunk eenzelfde soort quizprogramma. Maar zijn gebrekkige taalkennis en zijn, naar de mening van de Duitse kijkers, te amicale en te drukke optreden verhinderden dat het hier een succes werd. Een ander avontuur waarin Ruis zich stortte, was zijn hoofdrol in de Nederlands-Belgische speelfilm Het beest van regisseur Paul Collet uit 1982. Ook hier bleef het succes uit: de film, met een onsamenhangend scenario en excessieve geweldsscènes, werd door de kritiek genadeloos neergesabeld en verdween snel uit de bioscopen.

Intussen was Ruis in 1981 van de KRO overgestapt naar de VARA om daar De Willem Ruis Lotto Show te presenteren. Voor de grap vroeg hij drie ton jaarsalaris, maar hij kreeg het, wat niet alleen hemzelf maar heel Nederland verbaasde. De kranten en bladen stonden er vol van, en in de Tweede Kamer werden er zelfs vragen over gesteld. In het live uitgezonden showprogramma kreeg Ruis de gelegenheid om, naast het presenteren, ook te zingen, te dansen en sketches te spelen, iets wat Jos van der Valk hem nooit had toegestaan. In de Lotto Show kon hij zijn ideaal van de veelzijdige, alom tegenwoordige showmaster naar Amerikaans model in de praktijk brengen.

Ruis was een gedreven perfectionist: hij moest en zou in zijn vak de beste zijn. Hij bezocht shows in Las Vegas en musicals in Londen om ideeën op te doen. Het werk nam in het leven van Ruis zo'n belangrijke plaats in dat hij nauwelijks tijd overhield voor zijn gezin. Uiteindelijk liep zijn huwelijk stuk. Op den duur ging Ruis meer nadenken over het vermaak dat hij bracht en begon hij zijn vak te analyseren. Enerzijds zag hij de betrekkelijkheid ervan in en besefte hij 'wegwerpamusement' te brengen, terwijl hij zich anderzijds, steeds gebrand op eerlijkheid, in toenemende mate ergerde aan de pers die zijn werk niet serieus nam. 'Je blijft altijd ''die kwismaster'' - al maak je de mooiste show ter wereld - van ''dat spel-le-tjes-pro-gram-ma!''', merkte hij eens bitter op (Rooduijn (1985)).

Ruis kreeg voor zijn programma's bij de VARA alle technische en financiële middelen die hij nodig achtte om er een succes van te maken. Als het hoogtepunt van het televisieamusement tot dan toe presenteerde hij vanaf de herfst van 1984 De Sterrenshow . Dit programma werd twee winters lang live vanuit een reizende circustent in steeds een andere plaats in Nederland uitgezonden. Op de drie grote podia, te midden van allerlei technische hoogstandjes, tegen de achtergrond van enorme decors en in een zee van licht kon Ruis zich geheel uitleven. 'Het grootste elektronische circus ter wereld' noemde hij het. De spelshow eiste hem helemaal op; met ieder onderdeel, hoe klein ook, wenste hij zich te bemoeien. Niet ten onrechte vermeldde de aftiteling van het programma: 'Concept, ontwikkeling, creatie en uitvoering: Willem Ruis'.

Maar de spanning en werkdruk eisten hun tol, terwijl ook de dood van zijn moeder in 1983 en zijn echtscheiding in het jaar daarop Ruis niet loslieten. hij versomberde, en het werd steeds moeilijker om met hem samen te werken; kritiek kon hij niet verdragen. In een van de laatste uitzendingen van De Sterrenshow leidde dit tot een in de media breed uitgemeten incident, toen hij een echtpaar dat bij een spelopdracht een fout maakte, op al te grove wijze terechtwees: 'Ga nou weg, stommeling!'

Na twee jaar kon de VARA het zich niet langer veroorloven de peperdure show voort te zetten. Bovendien begonnen de kijk- en waarderingscijfers te dalen. Ruis begreep niet wat de oorzaak hiervan was en trachtte het tij te keren door nog harder te werken. Aan het einde van de laatste Sterrenshow , op 16 april 1986, waarin de showmaster terugkeek op de twee afgelopen seizoenen, zei hij: 'Mijn doek valt met deze tent'. Die woorden kregen een profetische strekking toen enkele maanden later bleek dat het Ruis' allerlaatste show was geweest. Volkomen onverwacht overleed hij op 41-jarige leeftijd aan een hartaanval op zijn vakantieadres aan de Spaanse Costa Blanca. Op abrupte wijze kwam daarmee een einde aan het leven van een veelzijdig getalenteerde man, die het Nederlandse televisieamusement met zijn manier van presenteren wist te veranderen.

A: Korte 'Biografie Willem Ruis' bij de afdeling Documentatie van de VARA te Hilversum.

L: Behalve necrologieën op 5-8-1986 o.a. door Hans van Reijsen in Algemeen Dagblad , door Milco Aarts in Haarlems Dagblad , door Tom Rooduijn in NRC Handelsblad , door Roelfien Sant in Het Parool , door Henk van der Meyden in De Telegraaf , door Ruud Verdonck in Trouw en door Ale van Dijk in Het Vrije Volk : interview door Marinus Schroevers, in VARA-Gids , 9-7-1977; interview door Tom Rooduijn, in Haagse Post , 21-12-1985; interview door Hans Linnekamp, in VARA-Gids , 8-2-1986; Fred Lammers, 'Het is over en voorbij', in Trouw , 7-12-1988; Bert van der Veer, Is er nog iets leuks vanavond? 40 jaar tv-favorieten in Nederland (Utrecht 1991); Gabri de Wagt, ... En niet vergeten. Zeventig jaar VARA (Hilversum 1995) 84-85; Hans van Reijsen, 'Willem Ruis was de grootste', in Algemeen Dagblad , 25-1-1996; Milou van Rossum, 'De kissmaster', in HP/De Tijd , 2-8-1996. Op 10 december 1988 zond de VARA-televisie het programma Willem Ruis, een terugblik van Bob Rooyens uit. Op 4 april 1992 zond de VARA-televisie het programma Een man, een tent, een droom ... Willem Ruis van Rinus Spoor uit.

I: Milou van Rossum, `De kissmaster', in HP/De Tijd , 2-8-1996 (p. 72).

Rianne Schuurman


Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).

Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 5 (Den Haag 2002)
Laatst gewijzigd op 12-11-2013