Offers, Maartje (1891-1944)

 
English | Nederlands

OFFERS, Maartje (1891-1944)

Offers, Maartje (ook bekend onder de naam Maartje van der Meer-Offers) concert- en operazangeres (Koudekerk aan den Rijn 27-2-1891 - Tholen 28-1-1944). Dochter van Pieter Offers, slager, en Masje van Vliet. Gehuwd op 25-09-1912 met Johan Heinrich van der Meer (1887-1975), advocaat, later assuradeur. Na echtscheiding (18-7-1923) gehuwd met Adriaan Diederik van Buuren (1900-1975), directeur van een NV. Na echtscheiding (25-6-1928) gehuwd op 15-9-1928 met Willem Eigeman (1880-1944), bankier. Dit huwelijk werd op 8-9-1931 door echtscheiding ontbonden. Deze drie huwelijken bleven kinderloos.

afbeelding van Offers, Maartje

Met vijf oudere zusters en een jongere broer groeide Maartje Offers op in een Nederlands-hervormd middenstandsgezin. Toen zij bijna twee jaar oud was, verhuisde de familie van de Hooge Waard in Koudekerk naar Den Haag. Reeds als kind voelde Maartje zich aangetrokken tot de muziek. Vanwege haar opvallend mooie stem mocht zij op de feestjes van de zondagsschool zingen, en reeds als twaalfjarige trad zij op kerstavond in de Haagse Zuiderkerk op. Na de HBS volgde Maartje - op aanraden van haar predikant - naast pianolessen, zangonderricht bij de bariton Arnold Spoel aan de Koninklijke Muziekschool in Den Haag. Vervolgens kreeg zij in Amsterdam privé-lessen van Johanna Hekking-van Hove en Jeanne Smit. Zij voltooide haar zangopleiding bij de vermaarde alt Pauline de Haan-Manifarges in Rotterdam. Toen haar altstem voldoende was geschoold, trad Offers in 1910 voor het eerst officieel op met de orkestvereniging 'Euterpe' tijdens een kerkconcert in Leiden. Hierna gaf zij als soliste geregeld recitals en zong ze in verscheidene oratoria.

Hoewel zij geen acteerervaring had, bleek Offers' natuurlijke aanleg voldoende om ook operarollen te vertolken. Op 8 mei 1915 debuteerde zij in Rotterdam, als gast bij de Nieuwe Nederlandsche Opera in de rol van 'Mary' in Der fliegende Holländervan Richard Wagner. Vanaf februari 1919 vervulde zij enige gastoptredens bij de Opéra Royal Français de la Haye ('de Fransche Opera'), waar zij schitterde in de rol van 'Dalila' in Samson et Dalilavan Camille Saint-Saëns. Dit zou haar succesrijkste operarol worden. Vooral met de aria 'Mon coeur s'ouvre à ta voix' wist zij haar gehoor steeds weer tot vervoering te brengen. Vaak was de tenor Jacques Urlus als 'Samson' haar tegenspeler, en met hem gaf ze in 1920 enige gastoptredens bij de Parijse Opéra. Onder haar gehoor bevond zich toen de hoogbejaarde Saint-Saëns, die haar complimenteerde met haar fraaie vertolking van 'Dalila'.

In de daaropvolgende jaren zong Offers bij tal van operagezelschappen die in deze tijd kwamen en gingen. Zo was zij van september 1920 tot maart 1923 verbonden aan de NV Nationale Opera van Willem van Korlaar jr. Met dit gezelschap trad zij op in Den Haag, Rotterdam en Amsterdam. Hier vertolkte zij, behalve rollen uit het Italiaanse en Franse repertoire, ook heldinnen uit opera's van Wagner, zoals 'Erda' in Siegfrieden 'Fricka' in Die Walküre.

Nadat haar huwelijk met de advocaat Johan van der Meer - zij trad toentertijd op onder de naam Maartje van der Meer-Offers - was gestrand, trok Offers in 1923 met de Italiaanse zangers van de opgeheven Nationale Opera mee naar Italië om daar in opera's te zingen. Toen de roemruchte dirigent Arturo Toscanini haar daar hoorde, was hij zo onder de indruk van haar zangkunst dat hij haar onmiddellijk een engagement bij het Scala Theater in Milaan aanbood. Offers was daarmee de eerste Nederlandse zangeres die werd toegelaten tot deze Italiaanse opera. Hier vertolkte zij als primadonna, behalve 'Dalila', nog verscheidene andere rollen, waarvan 'Azucena' in Il Trovatoreen 'Amneres' in Aida, beide van Giuseppe Verdi, het meest in de smaak vielen. Van 1924 tot 1927 bleef Offers verbonden aan de Scala; het was ongetwijfeld het hoogtepunt van haar carrière. In Milaan heeft zij veel ervaring opgedaan en heeft zij zich verder ontwikkeld, terwijl haar stem inmiddels de uitzonderlijke omvang van drieënhalve octaaf had bereikt. Zo krachtig was haar stemgeluid dat zij tijdens grammofoonopnamen - die ze vanaf 1921 maakte - sommige tonen moest zingen met haar rug naar de opnameapparatuur gekeerd. 'Welk een macht van geluid en welk een temperament', schreef een tijdgenoot ( Vereenigde Tijdschriften).

Tijdens haar verblijf in Italië had 'Marta Offers' - zoals zij daar werd genoemd - een relatie aangeknoopt met de tien jaar jongere Diederik van Buuren, een Nederlander, die bij de Scala assistent-repetitor was. Tevens was hij in september 1926 de dirigent van het orkest dat haar begeleidde tijdens drie opnamesessies voor His Master's Voice in Londen. Midden jaren twintig trad zij met Van Buuren in het huwelijk.

In 1926 voldeed Offers aan een verzoek van Willem Mengelberg, de dirigent van het Concertgebouw-Orkest, hem te vergezellen naar New York, waar hij ieder jaar gedurende drie maanden als dirigent optrad van de Philharmonic Society. Onder zijn leiding zong zij daar onder meer de altsolo in de Tweede symfonievan Gustav Mahler. Het verblijf in de Verenigde Staten beviel haar slecht; het jachtige leven en de geldzucht in dit land stonden haar tegen. Onmiddellijk hierna keerde zij terug naar Milaan om haar contract na te komen. In het vroege voorjaar van 1927 kwam Offers oververmoeid en in een slechte lichamelijke conditie terug naar Nederland. In april 1927 trad zij in Den Haag weer op bij de Nederlandsche Opera.

Dankzij haar grammofoonplaten genoot Offers grote bekendheid in Groot-Brittannië. Zij gaf dan ook graag gehoor aan een verzoek van sir Thomas Beecham om vanaf februari 1928 een tournee te maken door Engeland, Schotland en Ierland met een orkest onder zijn leiding. Later trad zij in Londen nog enkele malen op als liederen- en operazangeres. Daar werden omstreeks 1929 opnieuw een aantal grammofoonplaten van Offers opgenomen. Terzelfder tijd was zij vanaf 1927 hoofdlerares solozang aan het Conservatorium voor Muziek te Rotterdam. De vele optredens en tournees noodzaakten haar echter in 1931 het leraarschap op te geven. In september 1928 trad zij voor de derde keer in het huwelijk, nu met de ruim tien jaar oudere bankier Willem Eigeman. Na amper drie jaar werd ook dit huwelijk ontbonden.

Toen de nazi's in januari 1933 in Duitsland aan de macht kwamen, wilde Offers niet meer in dit land zingen, en langzamerhand trok zij zich terug van de buitenlandse concertpodia. Daarentegen zong zij nog vrij veel in Nederland, onder meer in het Scheveningse Kurhaus. Vaak verleende zij haar medewerking aan volksconcerten, wat haar populariteit in eigen land vergrootte, en ook haar optredens voor de radio droegen bij tot haar landelijke bekendheid. Na een chaotisch en veel bewogen leven ging zij het na haar veertigste wat kalmer aan doen. De suikerziekte die zich al eerder had geopenbaard, verergerde en ondermijnde steeds meer haar gezondheid. Deze ziekte veroorzaakte een zwaarlijvigheid die - ook in vergelijking met collega-altzangeressen - extreme vormen had aangenomen. Nog slechts zelden werkte Offers mee aan operavoorstellingen, al trad ze nog wel in 1935 en 1939 als 'Rossweise' in Die Walküreop bij de Wagnervereeniging. In december 1940 was zij in het Amsterdamse Theater Carré voor de laatste maal als operazangeres te horen als 'Azuneca' in De Troubadourvan Verdi. Daarna gaf zij nog wel liederenavonden. Inmiddels was Offers zich gaan toeleggen op het geven van zanglessen. Tevens was zij dirigente van het Leidsche Dames-Koor.

Oranjegezind als zij was, weigerde Offers zich te laten inschrijven bij de Kultuurkamer, waardoor in 1941 noodgedwongen een einde kwam aan haar zangersloopbaan. Wel trad zij nog op in besloten kring. In mei 1943 werd haar bovenwoning aan de Stadhouderslaan in Den Haag door de Duitsers gevorderd. Offers vertrok toen naar Eerbeek op de Veluwe. Daar nam ze haar intrek in een als vakantieverblijf verbouwd boerderijtje, dat haar ter beschikking was gesteld. Haar dagen doorgaans alleen doorbrengend in deze afgelegen woning in het bos, voelde zij zich er eenzaam en heel ongelukkig. Door oorlogsomstandigheden was er geen insuline tegen haar suikerziekte meer verkrijgbaar, en ook kon zij zich niet meer aan haar strenge dieet houden. Toen zij eind 1943 ernstig ziek werd, kwam Offers in huis bij haar zuster Antje in Tholen. Na daar enige dagen te zijn verpleegd, overleed ze op 52-jarige leeftijd ten gevolge van een ontsteking van de alvleesklier.

Hoewel zij al enige jaren niet meer had opgetreden, genoot Maartje Offers door haar grammofoonplaten en de herinnering aan haar vroegere radio- optredens bij haar overlijden nog altijd een grote en brede bekendheid. Bovendien had zij veel sympathie verworven door haar belangenloze medewerking aan talrijke liefdadigheidsconcerten. De gevierde primadonna is in de ogen van haar bewonderaars altijd vriendelijk, goedlachs en bescheiden gebleven. Ondanks haar roem liet zij zich bijvoorbeeld nooit als 'mevrouw Offers', maar altijd als 'Maartje' aanspreken. Hoe geliefd zij was bij het grote publiek, bleek bij haar begrafenis, toen duizenden belangstellenden op 'Nieuw Eik en Duinen' in Den Haag samenstroomden om haar de laatste eer te bewijzen.

A: Collectie-Maartje Offers (foto's, krantenknipsels, concertprogramma's, enz.) bij het Nederlands Muziek Instituut te 's-Gravenhage.

P: Floris Juynboll, 'Maartje Offers discography', in De Weergever22 (2000) 1 (jan./febr.) 14-18.

L: Behalve necrologieën in Algemeen Handelsblad, 28-1-1944; in Haagsche Courant, 28-1-1944 en 3-2-1944 en Het Vaderland, 3-2-1944: 'Maartje Offers', in De Vereenigde Tijdschriften Caecilia en het Muziekcollege 84 [14] (1926/1927) 233; 'Succes dat vanzelf kwam' , in De Telegraaf, 23-2- 1928 (av.); 'De bekendsten onder ons', in De Maasbode, 8-1-1933 (ocht.); George S. de Bossan, Nederlandsche zangeressen (Amsterdam 1941) 68-69; Ben Poelman, 'Maartje Offers', in De Weergever 22 (2000) 1 (jan./febr.), 8-13; J.P.B. Zuurdeeg, 'Operazangeres stierf in Tholen', in Eendrachtsbode, 27-1-1994; Annalen van de Operagezelschappen in Nederland, 1886-1995 (Amsterdam 1995); Henk Suèr en Josine Meurs, Geheel in de geest van Wagner. De Wagnervereeniging in Nederland, 1883-1959 (Amsterdam 1997).

I: Website Dutch Divas in Opera & Concert: http://www.dutchdivas.net/frames/altos.html [5-3-2007].

A.W.J. de Jonge


Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).

Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 6
Laatst gewijzigd op 12-11-2013