Dagboeken

 
English | Nederlands

dagboekcahier 1

01/10/1891

1 october 1891

Nog steeds komt er maar geen brief van Phons. ’t Is nu al bijna anderhalve week geleden, dat ik hem geschreven heb. Ik begin eigenlijk wel een beetje ongerust te worden. Zou er iets aan schelen? Of wellicht iets aan haperen? Kom, dat laatste toch zeker niet, [p. 46] ’k zou niet weten wat! Doch misschien komt het, omdat ik hem gevraagd heb welke boeken prof. dr. Verdam gebruikt; hij zal er misschien nog onderzoek naar moeten doen en zoodoende laat hij den brief nog maar wat rusten. Ja, dit is ’t waarschijnlijkst.

            Gisteren ben ik voor het eerst naar het college van prof. Fruin geweest. Daar het ons eerste college was, hield hij slechts een onderonsje op zijn kamer. Hij vroeg ons waar wij gestu[deer]d hadden. Ik vertelde natuurlijk op Katwijk; ‘O, zoo, dan heeft u zeker in Den Haag examen gedaan, tegelijk met die negen anderen van Katwijk’, vroeg hij. ’t Verwondert mij sterk, dat hij ’t zoo precies wist, meer nog verwonderde het mij, dat hij als handboek voor ons aanbeval: Wagenaar, Groen van Prinsterer en … Nuyens. Hij prees diens Geschiedenis der Nederlandsche beroerten zeer. ‘Mijnheer Aalberse kent die werken zeker wel?’ vroeg hij, wel een beetje ondeugend! Overigens heeft hij op mij een zeer prettigen indruk gemaakt. Hij spreekt zeer gemakkelijk en zeer onderhoudend. Algemeen heb ik dan ook zijn colleges hooren roemen. Ik geloof ook, dat hij wel aanleg heeft om tamelijk onpartijdig te zijn. [p. 47]

uit: Dagboek I (15 september 1891 tot 16 augustus 1892)