Inleiding

 
English | Nederlands

P.J.M. Aalberse (1871-1947)

Jeugd en schooljaren (1871-1891)

Petrus Josephus Mattheus (Piet) Aalberse werd op 27 maart 1871 geboren in het centrum van Leiden, als een van de vier kinderen van de katholieke banketbakker Bartholomaeus Hendricus Johannes Aalberse (1833-1898), gehuwd met Johanna Kerkvliet (1843-1912). Zijn broers Bart en Jo werden beiden katholiek geestelijke. Het gezin was in redelijk goede doen.

Over de jeugd van Aalberse worden we vooral ingelicht door het dagboek, dat hij op zijn twintigste begon met een terugblik op zijn kinderjaren. Hieruit wordt duidelijk dat Aalberse een zelfbewuste en begaafde jongen was, die niet voor niets voor zijn middelbare opleiding in 1885 naar het Willibrordus-gymnasium te Katwijk aan den Rijn werd gestuurd.

In dit vooraanstaande internaat kreeg hij van de paters jezuïeten een degelijke intellectuele, culturele, sociale en godsdienstige vorming. Zij bereidden hun leerlingen voor op een plaats in de maatschappelijke bovenlaag en leerden hen hoe zich daar als katholiek te handhaven. Op de jonge Aalberse heeft zijn verblijf in het internaat in meerdere opzichten een onuitwisbaar stempel gedrukt. Hij werd er gevormd tot een strijdbaar katholiek met ultramontaanse trekken, maar met een voorkeur voor de moderne politieke richting en de nationale inspiratie van zijn voorbeeld Herman Schaepman, die niet met de opvattingen van de meeste van zijn opleiders overeenstemde. Toch bleef Aalberse zijn leven lang grote waardering houden voor de jezuïeten en de kwaliteit van hun onderwijs.

Al op de middelbare school begon hij gedichten, verhalen, toneelstukken en kritisch proza te schrijven en meende bij zichzelf een uitgesproken letterkundige aanleg te bespeuren. Daarnaast had hij grote belangstelling voor geschiedenis en politiek. Met het oog op een intellectuele carrière leidde dit tot de keuze voor een studie in de Nederlandse letteren, een keuze waarop hij al na korte tijd terug zou komen. Zijn geschiktheid voor optreden in het openbaar en zijn voorliefde voor discussie en debat wezen ook op andere toekomstmogelijkheden.