Uitgegeven door J. Haak; met een inleiding van W.G. van der
Moer (jaar van publicatie: 1981)
Tijdens de Bataafs-Franse tijd bekleedde de Oranjegezinde
regent Gijsbert Karel van Hogendorp (1762-1834) geen
politieke of bestuurlijke functies. Vanaf 1806 leidde hij
een teruggetrokken, rentenierend bestaan op zijn
buitenplaats 'Adrichem' bij Beverwijk, en daarna, vanaf
1809, in een herenhuis op de Haagse Kneuterdijk. In deze
jaren noteerde Van Hogendorp met zekere regelmaat zijn
overpeinzingen bij de politieke en militaire gebeurtenissen
in binnen- en buitenland. Hoewel hij daarnaast ook schreef
over zijn zakelijke en financiële wederwaardigheden en
tevens zijn persoonlijke zorgen over eigen gezondheid en
gezin aan het papier toevertrouwde, moeten deze
chronologische aantekeningen toch meer worden gezien als
een 'document intellectuel' dan als een 'document humain'.
Het Journal d’Adrichem en het Journal de La Haye
berusten in de collectie Van Hogendorp in het Nationaal
Archief in Den Haag. Nadat eerder fragmenten waren
opgenomen in de Brieven en gedenkschriften van Gijsbert
Karel van Hogendorp, 7 dln. (’s-Gravenhage
1866-1903), werd in deze uitgave de integrale tekst
gepubliceerd. Hieraan zijn, als bijlagen, twee nota’s
van Van Hogendorp uit 1808 toegevoegd over respectievelijk
Oost-Indië en West-Indië. De tekst is in het
Frans en wordt zonder vertaling gepresenteerd. De annotatie
is – vooral wat de persoonsgegevens betreft –
zeer uitvoerig, waardoor de uitgave van belang is voor een
ruimer publiek dan alleen vakhistorici.