Details van document
| Titel | H.W. van Tricht (ed.)
Dagboek, 1878-1923. Voor het Frederik van Eeden-Genootschap uitgegeven en toegelicht Culemborg, 1971-1972, 4 dln, 2151, clxviii p. |
|---|---|
| Beginjaar | 1874 |
| Eindjaar | 1927 |
| Aantekeningen | De eerste uitgave (1931-1946) bevat de dagboeken vanaf 1874 tot en met 1927. De nieuwe uitgave (1971-1972) laat de eerste en laatste deeltjes weg en loopt over periode 1878-1923.
Zeer langlopend, uitvoerig en intiem dagboek Wel erg 'self-conscious'. Stukken zijn door anderen, vooral zijn geliefden, gelezen. Zie verder de inleiding bij de moderne uitgave. Citaat: 'Bij het schrijven van den regel "O zee, o zee dat ik u toch mocht vinden" ben ik gaan schreien en in geen uren daarvan bedaard. Het waren niet zoo zeer tranen van zelf-vertedering, als van honger, zielshonger naar die zee, die mij soms nog zo ver lijkt.' - oorspr. uitgave: Mijn dagboek (Amsterdam, [1931-1946], 9 dln.); dl. 9 verscheen onder de titel: "Viator defessus" - vgl. H.W. van Tricht (ed.), Uit het dagboek van Frederik van Eeden ('s-Gravenhage, 1982, vii, 390 p.) en H.W. van Tricht (ed.), "Ellen". Fragmenten uit dagboek en brieven van Frederik van Eeden ([Amsterdam], 1941, 32 p. |
| Waardering | 1 |
| Nadere bewerking | ja |
| Auteur(s) |
Eeden, Frederik Willem (2) van
(1860-1932)
|
| Geografische bestemming(en) | |
| Soort |
dagboek |