Details van document
| Titel | Th. Postma en L. Sloos (ed.)
Mijn uittocht als garde d'honneur 1813. Dagboek van de Zeeuw Jacob Willem Callenfels 1792-1882, samengesteld, uitgebracht en verzorgd door Theo Postma en Louis Ph. Sloos Delft, 2000, 79 p. |
|---|---|
| Beginjaar | 1813 |
| Eindjaar | 1814 |
| Aantekeningen | Delft, ALVO, 2002
Toelichting uitgeverij: "J.W. Callenfels moet zijn artsenstudie te Leiden afbreken om, zeer tegen zijn zin, als garde d'honneur ingelijfd te worden bij Napoleons Grande Armée. Op onderhoudende wijze vertelt hij zijn belevenissen. Callenfels en zijn mede-gardes d'honneur blinken niet uit in plichtsbetrachting of krijgshaftigheid. Zij moeten al hun vaardigheden aanwenden om te overleven in een voor hen zeer ongewone en vijandige wereld. Het gebrek aan ervaring van de gardes ten opzichte van beroeps- en dienstplichtige veteranen wordt gecompenseerd door een goed gevulde beurs. Het dagboek bevestigt dat slachtoffers onder de gardes d'honneur niet zozeer zijn gevallen ten gevolge van gevechtshandelingen maar zijn omgekomen door ziekte en ontbering." In de inleiding wordt uitvoerig ingegaan op de achtergronden van de Gardes d'Honneur. Kort maar kenmerkend verslag van zijn beleveniisen als garde d'honneur, van Parijs tot en met de slag bij Leipzig en zijn terugkeer in het vaderland. Citaat: 'In die dagen waren de spoortreinen nog ver te zoeken, die ons nu in minder tijd en met meerder gemak, ofschoon misschien met meerder gevaar van Parijs naar Versailles zouden hebben overgebracht.' - vgl. H.Ph. Callenfels, "Belevenissen van Jacob Willem Callenfels, garde d'honneur (1792-1882)", Zeeuws Tijdschrift 20 (1970), p. 20-25 |
| Waardering | 1 |
| Nadere bewerking | ja |
| Auteur(s) |
Callenfels, Jacob Willem
(1792-1882)
|
| Geografische bestemming(en) | |
| Soort |
dagboek |