Emigratie1945-1967

 
English | Nederlands

Aartsbisdom Utrecht

Naam archiefvormer Aartsbisdom Utrecht
Periode van bestaan 1853 -
Land van herkomst archiefvormer
Navigatiekaart Algemeen Australië Canada

Organisatie en inrichting
Toon

Verberg

De kerkprovincie Utrecht werd bij het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853 ingesteld. Het bestond uit het aartsbisdom Utrecht en vier suffragaan of onderhorige bisdommen: Haarlem, Breda, 's-Hertogenbosch en Roermond. Het aartsbisdom Utrecht omvatte geografisch gezien de provincies Utrecht, Gelderland ten noorden van de Waal, Overijssel, Drenthe, Friesland en Groningen, het grootste gedeelte van het Gooiland, Uithoorn en de in Zuid-Holland gelegen staties Gorcum, Leerdam, Vianen en Everdingen. In 1955/56 werd het aartsbisdom gesplitst: de provincies Groningen, Friesland en Drenthe gingen naar het nieuwe bisdom Groningen.

Het aartsbisdom was onderverdeeld in dekenaten en parochies; de aartsbisschop werd bij zijn taak geassisteerd door het kathedraal kapittel.

 

De aartsbisschop is kerkrechtelijk gezien het hoofd van de kerkprovincie en valt direct onder de Heilige Stoel, maar heeft geen eigenlijke jurisdictie over zijn suffraganen.

 

Bisdom en emigratie

Gezien de getalsmatig geringe omvang van het Nederlandse Episcopaat (tot 1956 vijf leden, daarna zeven) belastte de aartsbisschop slechts één van de bisschoppen specifiek met emigratieaangelegenheden, de zogenaamde emigratiebisschop (na 1967 aangeduid als Bisschoppelijk Referent voor Emigratie-aangelegenheden). Er was geen Commissie van Bisschoppen voor Emigratie, zoals in sommige andere landen.

 

De emigratiebisschop verzorgde de landelijke coördinatie van de taken op emigratiegebied en onderhield de contacten op nationaal en internationaal gebied met organisaties, betrokken bij emigratie; met geestelijken van Nederlandse en buitenlandse nationaliteit, die belast waren met de pastorale en sociale zorg voor immigranten. Daarnaast onderhield de emigratiebisschop (in principe) de contacten betreffende emigratieaangelegenheden met de internuntiatuur te Den Haag en de Hoge Raad voor Emigratieaangelegenheden bij de Heilige Stoel te Rome (Consiglio Superiore dell'Emigrazione, opgericht in 1952).

 

Tevens benoemde elk bisdom een bisschoppelijk commissaris bij de eigen diocesane emigratiestichting. Deze emigratiestichtingen vormden een geleding van de landelijke Katholieke Centrale Emigratie Stichting (KCES). De bisschoppelijke commissarissen voor emigratie kwamen samen in een commissie voor geestelijke aangelegenheden, het College van Bisschoppelijke Commissarissen.

 

Voor de zielzorg aan emigranten stelde de Bisschoppenconferentie vanaf 1950 jaarlijks een bedrag ter beschikking via het Fonds Geestelijke Verzorging voor Emigranten, ook aangeduid als 'Bisschoppelijk Emigratie Fonds'. Overige inkomsten voor het fonds werden gegenereerd via kerkelijke collectes, gehouden tijdens zogenaamde 'emigratiezondagen'. Het Bisdom Haarlem was verantwoordelijk voor het beheer van dit fonds. Hieruit werden de oriëntatiereizen van de emigratiebisschoppen betaald; de contributie aan de International Catholic Migration Commission (ICMC) voldaan en vergoedingen verstrekt aan Nederlandse priesters-religieuzen in emigratielanden, betrokken bij de nazorg.

 

 

aartsbisschoppen:

J. de Jong, 1936-1955

B.J. Alfrink, 1955-1975

 

landelijke emigratiebisschoppen:

(1948) 1950-1958 J.M.J.A. Hanssen, co-adjutor / bisschop Roermond

1959-1966 (9 mei overl.) W.M. Bekkers, bisschop Den Bosch

juni 1967- Th. H.J. Zwartkruis, bisschop van Haarlem

 

algemeen bisschoppelijk commissaris KCES (landelijk) (tevens directeur Boordaalmoezeniers):

1956-na 1967 mgr. J.A.G. van der Hoogte

v.a. 1961-na 1967 pastoor Th. van den Elsen (waarnemend)

 

gedelegeerde namens de Nederlandse Bisschoppenconferentie bij de International Catholic Migration Committee (ICMC):

1951-2003 Jos F. van Campen (KCES)

 

bisschoppelijk commissaris bij de Katholieke Emigratie Stichting in het Aartsbisdom Utrecht (en het Bisdom Groningen):

1956-1967 pastoor P. J. Chr. Krijnen te Dinxperloo, Bredenbroek (Gld.), Apeldoorn

Taak, activiteiten
Toon

Verberg

Het aartsbisdom dient, evenals alle andere bisdommen, contacten met dekens, pastoors, parochiële instellingen en particulieren in het aartsbisdom Utrecht te onderhouden. Volgens de reglementen voor de parochiale kerkbesturen van 1854 moest een groot aantal zaken aan de bisschop worden voorgelegd, o.a. het aannemen of verwerpen van erfstellingen en legaten, het aankopen van onroerende goederen, het oprichten dan wel afbreken van kerkelijke gebouwen, het instellen van parochiële inrichtingen, het invoeren en afstaan van collecten etc. De dekens moesten een maal per jaar de parochies in hun district onderzoeken en stuurden daarvan een visitatieverslag naar de bisschop. Daarnaast waren de kerkbesturen verplicht jaarlijks een begroting en rekening aan de bisschop voor te leggen.

 

Emigratie:

De bisschoppelijke commissaris bij de Katholieke Emigratie Stichting in het aartsbisdom en het bisdom Groningen was verantwoordelijk voor de geestelijke voorbereiding van emigranten. Het aantrekken van priesterdocenten en het organiseren van cursussen en voorlichting vonden plaats onder zijn supervisie. In praktijk gaf ook de bisschoppelijk commissaris zelf cursussen en voorlichting aan emigranten met betrekking tot het geestelijk leven in de landen van ontvangst.

Bij vertrek van grote groepen emigranten hield elk diocees zogenaamde 'emigratiedagen' waarop de bisschop een Pontificale H.Mis opdroeg en de emigranten een emigrantenkruis ontvingen.

Voorloper

niet van toepassing

Opvolger

ten dele: bisdom Groningen 1955-

Typering instelling
Typering taken
Kerkelijke denominatie / zuil
Doelgroepen
Verband met andere archiefvormers: is vertegenwoordigd in:

Katholieke Emigratie Stichting in het Aartsbisdom

International Catholic Migration Commission

Literatuur
Toon

Verberg

Algemeen en aartsbisdom Utrecht

Coo-Wijgerinck, M.J.C.M. de, J.B. Sloot, 'Officiële documenten van het Episcopaat 1945-1979' in: Jaarboek van het Katholiek Documentatie Centrum vol.9 (1979) 143-190.

 

Bornewasser, J.A., 'Beraad tegen wil en dank. Het Nederlandse episcopaat en de politiek', in: G. Ackermans e.a. (red.), Kerk in beraad. Opstellen aangeboden aan prof. dr. J.C.P.A. van Laarhoven bij gelegenheid van zijn afscheid als hoogleraar aan de Katholieke Universiteit Nijmegen (Nijmegen 1991) 279-300.

 

'Overzicht der literatuur omtrent het Aartsbisdom Utrecht' in: Archief voor de geschiedenis van het Aartsbisdom Utrecht , vol. 71 (1952), 214-215; vol 72 (1953), 201-246.

 

Valk, J.P. de, Roomser dan de paus? Studies over betrekkingen tussen de Heilige Stoel en het Nederlands katholicisme, 1815-1940 Nijmegen 1998) [met uiteenzetting van de institutionele kaders van de betrekkingen tussen de Heilige Stoel en het Nederlandse katholicisme].

 

Willebrands, J.G.M.W., A.J. Vermeulen, Een lange adem. Opstellen over kerk en beleid in het Aartsbisdom Utrecht, aangeboden aan vicaris-generaal dr. A.J. Vermeulen bij gelegenheid van zijn afscheid op 1 augustus 1993 (Utrecht 1993).

 

met betrekking tot emigratie

Kooi, Vanda van der, Zorgenkind en apostel. De emigratie-ideologie van de rooms-katholieke autoriteiten in Nederland [scriptie 1996, signatuur KDC Scripties 414].

 

Vrielink-Völkers, A., De rol van de katholieke kerk met betrekking tot emigratie vanuit Nederland in de jaren 1950-1960 [scriptie 1969, signatuur KDC Scripties 249].

 

pauselijke constitutie van Pius XII, 1 augustus 1952 Exsul Familia Nazarethana [In deze constitutie over internationale migratie is tevens de instelling beschreven van de organen, verantwoordelijk voor migratie binnen de Romeinse curie: als onderdeel van de Congregatie van het Consistorie werd een Hoge Raad voor Emigratieaangelegenheden ingesteld (Consiglio Superiore dell'Emigrazione), voor de uitvoerende werkzaamheden een Bureau van de Pauselijk Gedelegeerde voor Emigratieaangelegenheden (Delega all'Emigrazione). De Pauselijk Gedelegeerde voor Emigratieaangelegenheden was secretaris van de Hoge Raad en tevens hoofd van het Bureau. Emigrantenpriesters (seculier of regulier) vielen onder jurisdictie van de Congregatie van het Consistorie].

Doorgenomen archieven / series

Archief van het Aartsbisdom Utrecht

Periode archief

1853-1969

Vindplaats

Het Utrechts Archief, Utrecht

Openbaarheid

De openbaarheidstermijn varieert al naargelang het stuk. Het verdient aanbeveling hierover contact op te nemen met de studiezaal van het Utrechts Archief. Voor raadpleging van niet-openbare stukken is toestemming van het aartsbisdom vereist.

Omvang; inventarisnummers

116 meter

1770 inv. nrs.

Informatiedrager
Vernietigd

onbekend

Toegang(en)

Weijmer, D., Plaatsingslijst van het archief van het aartsbisdom Utrecht 1853-1967 (Utrecht 1995) [zonder inleiding, digitaal raadpleegbaar]

Kenmerk toegang

nr. 449

Indices op toegang

index op persoonsnamen en zaken

Originele archivalia van archiefvormer in andere archieven

onbekend

Originele archivalia van andere archiefvormers in dit archief; gedeponeerde archieven

geen

opmerkingen structuur archief

geen

Seriële bescheiden

Ter signalering:

- Correspondentie met de overheid, 1853-1967 (inv. nrs. 790-805)

- Registers op voornoemde correspondentie, 1853-1956 (inv. nrs. 806-811)

 

Statistische gegevens

Ter signalering:

- Nationale Commissie voor Kerkelijke Registratie en Statistiek, 1957-1967 (inv. nr. 1526)

- Statistiek van het aartsbisdom, 1926-1966 (inv. nrs. 1530-1554)

NB: niet van alle jaren is een statistisch overzicht bewaard

- Register voor statistiek, 1955-1964 (inv. nr. 1555)

- Statistische gegevens over instellingen in het aartsbisdom, 1965-1967 (inv. nr. 1557)

- 'relatio quinquennialis' (vijfjaarlijks verslag aan Rome met veel statistische gegevens) 1942-1966 (inv. nr. 1416)

Inhoud overig

- Stukken betreffende emigratie, 1922-1962 (inv.nrs. 260-262)*

 

Bestemmingslanden
Opmerkingen

1) Onder 'stukken van bijzondere aard' zijn tevens dossiers van de diverse standsorganisaties te vinden, die deel uitmaakten van het bestuur van de Katholieke Centrale Emigratie Stichting.

 

2) Ter signalering:

Katholiek Documentatie Centrum, Nijmegen, Verzameling Losse Archivalia, hierin:

- Richtlijnen voor Boordaalmoezeniers op schepen, van de Bisschoppelijk Commissaris der Katholieke Centrale Emigratie Stichting 1965 (LARC 1776)

Titel Dossierbeschrijving Aartsbisdom Utrecht
Inventaristekst

- inv.nrs. 260-262 Stukken betreffende emigratie, 1922-1962

 

Algemeen: de drie omslagen hebben een omvang van circa 0,15 m. totaal en bevatten het centrale correspondentiedossier van het Nederlandse Episcopaat met betrekking tot emigratieaangelegenheden. Samen met het coördinatiedossier van de landelijke emigratiebisschop valt een goed beeld te vormen van de bestuurlijke bemoeienis van het Nederlandse episcopaat met het emigratiebeleid en de begeleiding van Nederlandse katholieke emigranten. De dossiers bevatten vrijwel geen informatie betreffende praktische pastorale hulpverlening. De dossiers zijn chronologisch geordend en bevatten ingekomen correspondentie van de emigratiebisschop en overige bisschoppen, ter voorbereiding van agendapunten van de bisschoppenvergadering met betrekking tot emigratieaangelegenheden; contacten met het buitenland en de Heilige Stoel.

 

De bisschoppenvergadering was de landelijke vergadering waaraan de vijf, later zes bisschoppen deelnamen. De vergadering kwam vier tot vijfmaal per jaar bijeen. De notulen werden gemaakt door de 'jongste bisschop naar wijdingsdatum' (dit kon dus ook de oudste in jaren zijn).

 

- inv.nr. 260 (1922-1952):

Het inventarisnummer bevat een aantal binnenomslagen ten behoeve van de 'Doorluchtig Episcopaat-Vergadering' met agenda's en onderliggende correspondentie ten behoeve van de bisschoppenvergaderingen van september 1950 (Australië; Canada); mei 1951 (emigratiezondag 24 juni 1951 ten behoeve van het Fonds Geestelijke Verzorging voor Emigranten); september 1951 (voorbereiding oriëntatiereis naar Australië van mgr. Hanssen; rapportage in Katholiek Archief, 7e jaargang no. 33 en 34 van 15 resp. 22 augustus 1952)

- binnenomslag betreffende de 'kwestie Fazienda Ribeirao' (Brazilië) met onderliggende stukken, 1946-1952

- stukken betreffende de organisatie van cursussen ten behoeve van vrouwelijke emigranten naar Canada, 22-12-1947.

 

Daarnaast: ingekomen correspondentie, nota's, statuten en rapporten en afschriften van uitgaande correspondentie bij de aartsbisschop over de periode 1922-1952. Correspondenten zijn onder meer:

- emigratiebisschop J.M.J.A. Hanssen

- Commissaris voor de Emigratie B.W. Haveman (1951-1952)

- Nederlandsche Boerenbond; R.K. Landarbeidersbond, Katholieke Nederlandse Boeren- en Tuindersbond (rapport betreffende emigratie van katholieke Nederlandse boeren naar Frankrijk, 22 december 1922; nota betreffende vestiging Nederlandse boeren in Canada, 1927)

- R.K. Vereeniging 'Nederlandsche Kolonisatie' (ontwerp-statuten)

- R.K. Emigratie Vereeniging (1927, 1947)

- Katholieke Centrale Emigratie Stichting (1950)

- Raad van Overleg van de Algemeene R.K. Werkgevers Vereniging; Katholieke Nederlandse Boeren- en Tuindersbond; R.K. Nederlandse Middenstandsbond; R.K. Werkliedenverbond (betreffende werkloosheid in Nederland en een actieve emigratiepolitiek, 28-05-1936)

- Gemeenschappelijke Actie van Nederlandse Vrouwen (betreffende emigratie van (Indische) Nederlanders, 21-05-1949)

- Algemeen Nederlands Verbond (betreffende geestelijke verzorging van emigranten naar Australië en Nieuw-Zeeland, 30-12-1950)

- Katholiek Comité van Actie in Waverley (Nieuw-Zeeland) (1951).

 

- inv.nr. 261 (1953-1959):

Het inv.nr. bevat binnenomslagen ten behoeve van de 'Doorluchtig Episcopaat-Vergadering' met agenda's en onderliggende correspondentie ten behoeve van de bisschoppenvergaderingen van september 1953 (aalmoezeniers op emigrantenschepen); september 1954 (verzoek om aanstelling meer Nederlandse priesters in Australië, Zuid Afrika, Nieuw Zeeland, Canada; rapport oriëntatiereis Hanssen naar Zuid-Afrika en Rhodesia, 1954); december 1955 (emigratiezondag t.b.v. het Fonds Geestelijke verzorging van Emigranten); maart en oktober 1958 (aanstelling van priesters voor Zuid-Afrika, Canada en Australië; pauselijke onderscheiding aan de landelijke bisschoppelijke Commissaris J. van de Hoogte); september 1959 (opvolging van Mgr. Hanssen); december 1959 (oriëntatiereis naar Verenigde Staten en Canada)

Binnenomslagen met betrekking tot emigratiezondagen (1954, 1958)

Binnenomslag met gegevens over de Stichting Binnenlandse Migratie en statutenwijziging KCES.

 

Daarnaast: ingekomen en uitgaande brieven onder meer betreffende het 'emigratiedossier' in de nalatenschap van Mgr. Hanssen; statuten de Katholieke Emigratie Stichting in het Aartsbisdom Utrecht; benoeming van een Nederlandse vertegenwoordiger in het International Catholic Migration Commission (W.L.F. de Kort); concept herderlijk schrijven over emigratie (niet uitgebracht).

 

 

- inv.nr. 262 (1960-1966 (1967))

Het inv.nr. bevat binnenomslagen ten behoeve van de 'Doorluchtig Episcopaat-Vergadering' met agenda's en onderliggende correspondentie ten behoeve van de bisschoppenvergaderingen van september 1960 (Statuten International Catholic Migration Commission, Genève; publicatie: The ICMC and its affiliated organisation, january 1958-july 1959. Report submitted to the ninth session of the council of the ICMC by Loek Kampschöer, Secretary General. Geneve 1959); september 1961 (opvolging J. van de Hoogte als bisschoppelijk commissaris KCES; Katholieke Vereniging van ouders en familieleden van geëmigreerden; International Catholic Migration Commission); december 1961 (Fonds Geestelijke verzorging van Emigranten); januari 1963 (Fonds Geestelijke verzorging van Emigranten; Mission Hollandaise, Parijs; Fonds zielzorg onder buitenlanders in Nederland; overzicht van Nederlandse priesters in de immigratielanden, werkzaam voor Nederlandse geëmigreerden); februari, april 1966 (bijdrage zielzorg Nederlandse Emigranten); september 1967 (zielzorg van 650 Nederlands sprekende katholieken in Argentinië)

Binnenomslag met betrekking tot emigratiezondag (1965)

Binnenomslag met betrekking tot de Stichting Haagse Katholieke Jongerencentrum 'De Poort' 1962-1965.

 

Daarnaast:

- ingekomen statuten van: Katholieke Vereniging van ouders en familieleden van geëmigreerden (1960); Katholieke Migratiestichting te Rotterdam (1961)

- ingekomen correspondentie van:

Katholieke Centrale Emigratie Stichting (bemiddeling Spaanse en Italiaanse arbeiders, met overzichten);

Katholieke Stichting Binnenlandse Migratie (betreffende industrialisatie, probleemgebieden 1960, 1961);

Academische Leken Missie Actie (ALMA, betreffende mogelijke samenwerking tussen diverse organisaties op het terrein van lekenmissie-actie en ontwikkelingshulp, 1962);

Katholieke Limburgse Emigratie Stichting (structuurhervorming emigratie-immigratie-migratie, 1964).

Algemeen

Organisatie en inrichting

De kerkprovincie Utrecht werd bij het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853 ingesteld. Het bestond uit het aartsbisdom Utrecht en vier suffragaan of onderhorige bisdommen: Haarlem, Breda, 's-Hertogenbosch en Roermond. Het aartsbisdom Utrecht omvatte geografisch gezien de provincies Utrecht, Gelderland ten noorden van de Waal, Overijssel, Drenthe, Friesland en Groningen, het grootste gedeelte van het Gooiland, Uithoorn en de in Zuid-Holland gelegen staties Gorcum, Leerdam, Vianen en Everdingen. In 1955/56 werd het aartsbisdom gesplitst: de provincies Groningen, Friesland en Drenthe gingen naar het nieuwe bisdom Groningen.

Het aartsbisdom was onderverdeeld in dekenaten en parochies; de aartsbisschop werd bij zijn taak geassisteerd door het kathedraal kapittel.

 

De aartsbisschop is kerkrechtelijk gezien het hoofd van de kerkprovincie en valt direct onder de Heilige Stoel, maar heeft geen eigenlijke jurisdictie over zijn suffraganen.

 

Bisdom en emigratie

Gezien de getalsmatig geringe omvang van het Nederlandse Episcopaat (tot 1956 vijf leden, daarna zeven) belastte de aartsbisschop slechts één van de bisschoppen specifiek met emigratieaangelegenheden, de zogenaamde emigratiebisschop (na 1967 aangeduid als Bisschoppelijk Referent voor Emigratie-aangelegenheden). Er was geen Commissie van Bisschoppen voor Emigratie, zoals in sommige andere landen.

 

De emigratiebisschop verzorgde de landelijke coördinatie van de taken op emigratiegebied en onderhield de contacten op nationaal en internationaal gebied met organisaties, betrokken bij emigratie; met geestelijken van Nederlandse en buitenlandse nationaliteit, die belast waren met de pastorale en sociale zorg voor immigranten. Daarnaast onderhield de emigratiebisschop (in principe) de contacten betreffende emigratieaangelegenheden met de internuntiatuur te Den Haag en de Hoge Raad voor Emigratieaangelegenheden bij de Heilige Stoel te Rome (Consiglio Superiore dell'Emigrazione, opgericht in 1952).

 

Tevens benoemde elk bisdom een bisschoppelijk commissaris bij de eigen diocesane emigratiestichting. Deze emigratiestichtingen vormden een geleding van de landelijke Katholieke Centrale Emigratie Stichting (KCES). De bisschoppelijke commissarissen voor emigratie kwamen samen in een commissie voor geestelijke aangelegenheden, het College van Bisschoppelijke Commissarissen.

 

Voor de zielzorg aan emigranten stelde de Bisschoppenconferentie vanaf 1950 jaarlijks een bedrag ter beschikking via het Fonds Geestelijke Verzorging voor Emigranten, ook aangeduid als 'Bisschoppelijk Emigratie Fonds'. Overige inkomsten voor het fonds werden gegenereerd via kerkelijke collectes, gehouden tijdens zogenaamde 'emigratiezondagen'. Het Bisdom Haarlem was verantwoordelijk voor het beheer van dit fonds. Hieruit werden de oriëntatiereizen van de emigratiebisschoppen betaald; de contributie aan de International Catholic Migration Commission (ICMC) voldaan en vergoedingen verstrekt aan Nederlandse priesters-religieuzen in emigratielanden, betrokken bij de nazorg.

 

 

aartsbisschoppen:

J. de Jong, 1936-1955

B.J. Alfrink, 1955-1975

 

landelijke emigratiebisschoppen:

(1948) 1950-1958 J.M.J.A. Hanssen, co-adjutor / bisschop Roermond

1959-1966 (9 mei overl.) W.M. Bekkers, bisschop Den Bosch

juni 1967- Th. H.J. Zwartkruis, bisschop van Haarlem

 

algemeen bisschoppelijk commissaris KCES (landelijk) (tevens directeur Boordaalmoezeniers):

1956-na 1967 mgr. J.A.G. van der Hoogte

v.a. 1961-na 1967 pastoor Th. van den Elsen (waarnemend)

 

gedelegeerde namens de Nederlandse Bisschoppenconferentie bij de International Catholic Migration Committee (ICMC):

1951-2003 Jos F. van Campen (KCES)

 

bisschoppelijk commissaris bij de Katholieke Emigratie Stichting in het Aartsbisdom Utrecht (en het Bisdom Groningen):

1956-1967 pastoor P. J. Chr. Krijnen te Dinxperloo, Bredenbroek (Gld.), Apeldoorn

Taak, activiteiten

Het aartsbisdom dient, evenals alle andere bisdommen, contacten met dekens, pastoors, parochiële instellingen en particulieren in het aartsbisdom Utrecht te onderhouden. Volgens de reglementen voor de parochiale kerkbesturen van 1854 moest een groot aantal zaken aan de bisschop worden voorgelegd, o.a. het aannemen of verwerpen van erfstellingen en legaten, het aankopen van onroerende goederen, het oprichten dan wel afbreken van kerkelijke gebouwen, het instellen van parochiële inrichtingen, het invoeren en afstaan van collecten etc. De dekens moesten een maal per jaar de parochies in hun district onderzoeken en stuurden daarvan een visitatieverslag naar de bisschop. Daarnaast waren de kerkbesturen verplicht jaarlijks een begroting en rekening aan de bisschop voor te leggen.

 

Emigratie:

De bisschoppelijke commissaris bij de Katholieke Emigratie Stichting in het aartsbisdom en het bisdom Groningen was verantwoordelijk voor de geestelijke voorbereiding van emigranten. Het aantrekken van priesterdocenten en het organiseren van cursussen en voorlichting vonden plaats onder zijn supervisie. In praktijk gaf ook de bisschoppelijk commissaris zelf cursussen en voorlichting aan emigranten met betrekking tot het geestelijk leven in de landen van ontvangst.

Bij vertrek van grote groepen emigranten hield elk diocees zogenaamde 'emigratiedagen' waarop de bisschop een Pontificale H.Mis opdroeg en de emigranten een emigrantenkruis ontvingen.

Voorloper

niet van toepassing

Opvolger

ten dele: bisdom Groningen 1955-

Typering instelling
Typering taken
Kerkelijke denominatie / zuil
Doelgroepen
Verband met andere archiefvormers: is vertegenwoordigd in:

Katholieke Emigratie Stichting in het Aartsbisdom

International Catholic Migration Commission

Literatuur

Algemeen en aartsbisdom Utrecht

Coo-Wijgerinck, M.J.C.M. de, J.B. Sloot, 'Officiële documenten van het Episcopaat 1945-1979' in: Jaarboek van het Katholiek Documentatie Centrum vol.9 (1979) 143-190.

 

Bornewasser, J.A., 'Beraad tegen wil en dank. Het Nederlandse episcopaat en de politiek', in: G. Ackermans e.a. (red.), Kerk in beraad. Opstellen aangeboden aan prof. dr. J.C.P.A. van Laarhoven bij gelegenheid van zijn afscheid als hoogleraar aan de Katholieke Universiteit Nijmegen (Nijmegen 1991) 279-300.

 

'Overzicht der literatuur omtrent het Aartsbisdom Utrecht' in: Archief voor de geschiedenis van het Aartsbisdom Utrecht , vol. 71 (1952), 214-215; vol 72 (1953), 201-246.

 

Valk, J.P. de, Roomser dan de paus? Studies over betrekkingen tussen de Heilige Stoel en het Nederlands katholicisme, 1815-1940 Nijmegen 1998) [met uiteenzetting van de institutionele kaders van de betrekkingen tussen de Heilige Stoel en het Nederlandse katholicisme].

 

Willebrands, J.G.M.W., A.J. Vermeulen, Een lange adem. Opstellen over kerk en beleid in het Aartsbisdom Utrecht, aangeboden aan vicaris-generaal dr. A.J. Vermeulen bij gelegenheid van zijn afscheid op 1 augustus 1993 (Utrecht 1993).

 

met betrekking tot emigratie

Kooi, Vanda van der, Zorgenkind en apostel. De emigratie-ideologie van de rooms-katholieke autoriteiten in Nederland [scriptie 1996, signatuur KDC Scripties 414].

 

Vrielink-Völkers, A., De rol van de katholieke kerk met betrekking tot emigratie vanuit Nederland in de jaren 1950-1960 [scriptie 1969, signatuur KDC Scripties 249].

 

pauselijke constitutie van Pius XII, 1 augustus 1952 Exsul Familia Nazarethana [In deze constitutie over internationale migratie is tevens de instelling beschreven van de organen, verantwoordelijk voor migratie binnen de Romeinse curie: als onderdeel van de Congregatie van het Consistorie werd een Hoge Raad voor Emigratieaangelegenheden ingesteld (Consiglio Superiore dell'Emigrazione), voor de uitvoerende werkzaamheden een Bureau van de Pauselijk Gedelegeerde voor Emigratieaangelegenheden (Delega all'Emigrazione). De Pauselijk Gedelegeerde voor Emigratieaangelegenheden was secretaris van de Hoge Raad en tevens hoofd van het Bureau. Emigrantenpriesters (seculier of regulier) vielen onder jurisdictie van de Congregatie van het Consistorie].

Doorgenomen archieven / series

Archief van het Aartsbisdom Utrecht

Periode archief

1853-1969

Vindplaats

Het Utrechts Archief, Utrecht

Openbaarheid

De openbaarheidstermijn varieert al naargelang het stuk. Het verdient aanbeveling hierover contact op te nemen met de studiezaal van het Utrechts Archief. Voor raadpleging van niet-openbare stukken is toestemming van het aartsbisdom vereist.

Omvang; inventarisnummers

116 meter

1770 inv. nrs.

Informatiedrager
Vernietigd

onbekend

Toegang(en)

Weijmer, D., Plaatsingslijst van het archief van het aartsbisdom Utrecht 1853-1967 (Utrecht 1995) [zonder inleiding, digitaal raadpleegbaar]

Kenmerk toegang

nr. 449

Indices op toegang

index op persoonsnamen en zaken

Originele archivalia van archiefvormer in andere archieven

onbekend

Originele archivalia van andere archiefvormers in dit archief; gedeponeerde archieven

geen

opmerkingen structuur archief

geen

Seriële bescheiden

Ter signalering:

- Correspondentie met de overheid, 1853-1967 (inv. nrs. 790-805)

- Registers op voornoemde correspondentie, 1853-1956 (inv. nrs. 806-811)

 

Statistische gegevens

Ter signalering:

- Nationale Commissie voor Kerkelijke Registratie en Statistiek, 1957-1967 (inv. nr. 1526)

- Statistiek van het aartsbisdom, 1926-1966 (inv. nrs. 1530-1554)

NB: niet van alle jaren is een statistisch overzicht bewaard

- Register voor statistiek, 1955-1964 (inv. nr. 1555)

- Statistische gegevens over instellingen in het aartsbisdom, 1965-1967 (inv. nr. 1557)

- 'relatio quinquennialis' (vijfjaarlijks verslag aan Rome met veel statistische gegevens) 1942-1966 (inv. nr. 1416)

Inhoud overig

- Stukken betreffende emigratie, 1922-1962 (inv.nrs. 260-262)*

 

Bestemmingslanden
Opmerkingen

1) Onder 'stukken van bijzondere aard' zijn tevens dossiers van de diverse standsorganisaties te vinden, die deel uitmaakten van het bestuur van de Katholieke Centrale Emigratie Stichting.

 

2) Ter signalering:

Katholiek Documentatie Centrum, Nijmegen, Verzameling Losse Archivalia, hierin:

- Richtlijnen voor Boordaalmoezeniers op schepen, van de Bisschoppelijk Commissaris der Katholieke Centrale Emigratie Stichting 1965 (LARC 1776)


Doorgenomen archieven / series

Archief van het Aartsbisdom Utrecht

Periode archief

1853-1969

Vindplaats

Het Utrechts Archief, Utrecht

Openbaarheid

De openbaarheidstermijn varieert al naargelang het stuk. Het verdient aanbeveling hierover contact op te nemen met de studiezaal van het Utrechts Archief. Voor raadpleging van niet-openbare stukken is toestemming van het aartsbisdom vereist.

Omvang; inventarisnummers

116 meter

1770 inv. nrs.

Informatiedrager
Vernietigd

onbekend

Toegang(en)

Weijmer, D., Plaatsingslijst van het archief van het aartsbisdom Utrecht 1853-1967 (Utrecht 1995) [zonder inleiding, digitaal raadpleegbaar]

Kenmerk toegang

nr. 449

Indices op toegang

index op persoonsnamen en zaken

Originele archivalia van archiefvormer in andere archieven

onbekend

Originele archivalia van andere archiefvormers in dit archief; gedeponeerde archieven

geen

opmerkingen structuur archief

geen

Seriële bescheiden

Ter signalering:

- Correspondentie met de overheid, 1853-1967 (inv. nrs. 790-805)

- Registers op voornoemde correspondentie, 1853-1956 (inv. nrs. 806-811)

 

Statistische gegevens

Ter signalering:

- Nationale Commissie voor Kerkelijke Registratie en Statistiek, 1957-1967 (inv. nr. 1526)

- Statistiek van het aartsbisdom, 1926-1966 (inv. nrs. 1530-1554)

NB: niet van alle jaren is een statistisch overzicht bewaard

- Register voor statistiek, 1955-1964 (inv. nr. 1555)

- Statistische gegevens over instellingen in het aartsbisdom, 1965-1967 (inv. nr. 1557)

- 'relatio quinquennialis' (vijfjaarlijks verslag aan Rome met veel statistische gegevens) 1942-1966 (inv. nr. 1416)

Inhoud overig

- Stukken betreffende emigratie, 1922-1962 (inv.nrs. 260-262)*

 

Bestemmingslanden
Opmerkingen

1) Onder 'stukken van bijzondere aard' zijn tevens dossiers van de diverse standsorganisaties te vinden, die deel uitmaakten van het bestuur van de Katholieke Centrale Emigratie Stichting.

 

2) Ter signalering:

Katholiek Documentatie Centrum, Nijmegen, Verzameling Losse Archivalia, hierin:

- Richtlijnen voor Boordaalmoezeniers op schepen, van de Bisschoppelijk Commissaris der Katholieke Centrale Emigratie Stichting 1965 (LARC 1776)


Analyse archivalia

Titel Dossierbeschrijving Aartsbisdom Utrecht
Inventaristekst

- inv.nrs. 260-262 Stukken betreffende emigratie, 1922-1962

 

Algemeen: de drie omslagen hebben een omvang van circa 0,15 m. totaal en bevatten het centrale correspondentiedossier van het Nederlandse Episcopaat met betrekking tot emigratieaangelegenheden. Samen met het coördinatiedossier van de landelijke emigratiebisschop valt een goed beeld te vormen van de bestuurlijke bemoeienis van het Nederlandse episcopaat met het emigratiebeleid en de begeleiding van Nederlandse katholieke emigranten. De dossiers bevatten vrijwel geen informatie betreffende praktische pastorale hulpverlening. De dossiers zijn chronologisch geordend en bevatten ingekomen correspondentie van de emigratiebisschop en overige bisschoppen, ter voorbereiding van agendapunten van de bisschoppenvergadering met betrekking tot emigratieaangelegenheden; contacten met het buitenland en de Heilige Stoel.

 

De bisschoppenvergadering was de landelijke vergadering waaraan de vijf, later zes bisschoppen deelnamen. De vergadering kwam vier tot vijfmaal per jaar bijeen. De notulen werden gemaakt door de 'jongste bisschop naar wijdingsdatum' (dit kon dus ook de oudste in jaren zijn).

 

- inv.nr. 260 (1922-1952):

Het inventarisnummer bevat een aantal binnenomslagen ten behoeve van de 'Doorluchtig Episcopaat-Vergadering' met agenda's en onderliggende correspondentie ten behoeve van de bisschoppenvergaderingen van september 1950 (Australië; Canada); mei 1951 (emigratiezondag 24 juni 1951 ten behoeve van het Fonds Geestelijke Verzorging voor Emigranten); september 1951 (voorbereiding oriëntatiereis naar Australië van mgr. Hanssen; rapportage in Katholiek Archief, 7e jaargang no. 33 en 34 van 15 resp. 22 augustus 1952)

- binnenomslag betreffende de 'kwestie Fazienda Ribeirao' (Brazilië) met onderliggende stukken, 1946-1952

- stukken betreffende de organisatie van cursussen ten behoeve van vrouwelijke emigranten naar Canada, 22-12-1947.

 

Daarnaast: ingekomen correspondentie, nota's, statuten en rapporten en afschriften van uitgaande correspondentie bij de aartsbisschop over de periode 1922-1952. Correspondenten zijn onder meer:

- emigratiebisschop J.M.J.A. Hanssen

- Commissaris voor de Emigratie B.W. Haveman (1951-1952)

- Nederlandsche Boerenbond; R.K. Landarbeidersbond, Katholieke Nederlandse Boeren- en Tuindersbond (rapport betreffende emigratie van katholieke Nederlandse boeren naar Frankrijk, 22 december 1922; nota betreffende vestiging Nederlandse boeren in Canada, 1927)

- R.K. Vereeniging 'Nederlandsche Kolonisatie' (ontwerp-statuten)

- R.K. Emigratie Vereeniging (1927, 1947)

- Katholieke Centrale Emigratie Stichting (1950)

- Raad van Overleg van de Algemeene R.K. Werkgevers Vereniging; Katholieke Nederlandse Boeren- en Tuindersbond; R.K. Nederlandse Middenstandsbond; R.K. Werkliedenverbond (betreffende werkloosheid in Nederland en een actieve emigratiepolitiek, 28-05-1936)

- Gemeenschappelijke Actie van Nederlandse Vrouwen (betreffende emigratie van (Indische) Nederlanders, 21-05-1949)

- Algemeen Nederlands Verbond (betreffende geestelijke verzorging van emigranten naar Australië en Nieuw-Zeeland, 30-12-1950)

- Katholiek Comité van Actie in Waverley (Nieuw-Zeeland) (1951).

 

- inv.nr. 261 (1953-1959):

Het inv.nr. bevat binnenomslagen ten behoeve van de 'Doorluchtig Episcopaat-Vergadering' met agenda's en onderliggende correspondentie ten behoeve van de bisschoppenvergaderingen van september 1953 (aalmoezeniers op emigrantenschepen); september 1954 (verzoek om aanstelling meer Nederlandse priesters in Australië, Zuid Afrika, Nieuw Zeeland, Canada; rapport oriëntatiereis Hanssen naar Zuid-Afrika en Rhodesia, 1954); december 1955 (emigratiezondag t.b.v. het Fonds Geestelijke verzorging van Emigranten); maart en oktober 1958 (aanstelling van priesters voor Zuid-Afrika, Canada en Australië; pauselijke onderscheiding aan de landelijke bisschoppelijke Commissaris J. van de Hoogte); september 1959 (opvolging van Mgr. Hanssen); december 1959 (oriëntatiereis naar Verenigde Staten en Canada)

Binnenomslagen met betrekking tot emigratiezondagen (1954, 1958)

Binnenomslag met gegevens over de Stichting Binnenlandse Migratie en statutenwijziging KCES.

 

Daarnaast: ingekomen en uitgaande brieven onder meer betreffende het 'emigratiedossier' in de nalatenschap van Mgr. Hanssen; statuten de Katholieke Emigratie Stichting in het Aartsbisdom Utrecht; benoeming van een Nederlandse vertegenwoordiger in het International Catholic Migration Commission (W.L.F. de Kort); concept herderlijk schrijven over emigratie (niet uitgebracht).

 

 

- inv.nr. 262 (1960-1966 (1967))

Het inv.nr. bevat binnenomslagen ten behoeve van de 'Doorluchtig Episcopaat-Vergadering' met agenda's en onderliggende correspondentie ten behoeve van de bisschoppenvergaderingen van september 1960 (Statuten International Catholic Migration Commission, Genève; publicatie: The ICMC and its affiliated organisation, january 1958-july 1959. Report submitted to the ninth session of the council of the ICMC by Loek Kampschöer, Secretary General. Geneve 1959); september 1961 (opvolging J. van de Hoogte als bisschoppelijk commissaris KCES; Katholieke Vereniging van ouders en familieleden van geëmigreerden; International Catholic Migration Commission); december 1961 (Fonds Geestelijke verzorging van Emigranten); januari 1963 (Fonds Geestelijke verzorging van Emigranten; Mission Hollandaise, Parijs; Fonds zielzorg onder buitenlanders in Nederland; overzicht van Nederlandse priesters in de immigratielanden, werkzaam voor Nederlandse geëmigreerden); februari, april 1966 (bijdrage zielzorg Nederlandse Emigranten); september 1967 (zielzorg van 650 Nederlands sprekende katholieken in Argentinië)

Binnenomslag met betrekking tot emigratiezondag (1965)

Binnenomslag met betrekking tot de Stichting Haagse Katholieke Jongerencentrum 'De Poort' 1962-1965.

 

Daarnaast:

- ingekomen statuten van: Katholieke Vereniging van ouders en familieleden van geëmigreerden (1960); Katholieke Migratiestichting te Rotterdam (1961)

- ingekomen correspondentie van:

Katholieke Centrale Emigratie Stichting (bemiddeling Spaanse en Italiaanse arbeiders, met overzichten);

Katholieke Stichting Binnenlandse Migratie (betreffende industrialisatie, probleemgebieden 1960, 1961);

Academische Leken Missie Actie (ALMA, betreffende mogelijke samenwerking tussen diverse organisaties op het terrein van lekenmissie-actie en ontwikkelingshulp, 1962);

Katholieke Limburgse Emigratie Stichting (structuurhervorming emigratie-immigratie-migratie, 1964).


Scans