Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
D00053
09-05-1962
Samenvatting
Brief Luns, nr. 67291, met als bijlage nota van de [interdepartementale] Coördinatie Commissie, inclusief conclusies.

Betreft de "Associatie-onderhandelingen met de Afrikaanse onafhankelijke landen". Binnen de EEG is discussie over de mogelijkheden voor onafhankelijke Afrikaanse landen, waaronder ex-koloniën, om geassocieerd lid te worden van de EEG. Drie facetten zijn belangrijk: de institutionele opzet, het handelspolitiek regime en de financiële hulpverlening. Over dit laatste huldigt Ned. het standpunt dat eerst het totaal bedrag aan financiële hulp vast moet staan alvorens er gesproken kan worden over de verschillende vormen van die hulp. Ned. wil mbt zijn eigen budget niet boven een bepaald maximum, en een deel van het geld is voor de eigen overzeese gebiedsdelen. Financiële hulp aan Afrikaanse landen zal deels in de vorm van schenkingen en deels in de vorm van leningen, onder gunstige voorwaarden en verstrekt door de Europese Investeringsbank, gegeven moeten worden. De projecten die gefinancierd zullen gaan worden, dienen in de ogen van Ned. projecten te zijn die rechtstreeks bijdragen tot vergroting van het nationale product van een land.
In de conclusies wordt gewag gemaakt van de, niet zelden ongunstige, invloed van Frankrijk op de - toekomstige - relaties met Afrikaanse landen (veelal Franse ex-koloniën). Verder dient gelet te worden op de consequenties voor Suriname en de Antillen van wijziging van het associatie-regime.

Behandeld in de ministerraad van 11/05/1962, bij punt 2c