Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
3. Integratie Europese landbouw.

De REA bespreekt een nader door Mansholt en Stikker bijgestelde versie (d.d. 7 en 11 mei 1951) van zijn plan uit september 1950. Het zal in de vorm van een aide mémoire aan Frankrijk worden voorgelegd. Waar het aanvankelijk de bedoeling was het plan in het kader van de OEES in te brengen, heeft men zich inmiddels laten overtuigen tot het houden van een separate conferentie (zelfs al is het dan lastiger de Britten uit te nodigen, tenminste een waarnemer te sturen). Analoog aan het Plan Schuman wil Nederland nu ook een supranationaal orgaan dat de landbouwproductie en -handel gaat reguleren. Omdat men bang is dat Engeland, de grootste afnemer van Europese landbouwproducten, tenslotte niet zal willen meedoen (en de Scandinavische landen dan het Britse voorbeeld zullen volgen), zijn de plannen zo bijgesteld dat de landen van de Schuman-groep evt. een eigen Hoge Autoriteit zullen kunnen oprichten, los van de Britten en de Scandinaviërs. Mansholt streeft ernaar zijn plan in september 1951 in te dienen, wanneer de ratificaties van het Schuman-Plan rond zijn. In de REA betonen Van den Brink en Lieftinck zich sceptisch.

Het plan blijft daarna zweven. Pas in de REA vergadering van 07-11-1951 (agendapunt 4) komt de integratie van de Europese landbouw weer ter sprake (n.a.v. brief Mansholt aan REA, d.d. 01-11-1951, no. GS2577): Mansholt geeft te kennen, dat zijn nota geen aanleiding geeft tot het nemen van een bepaald besluit. De REA neemt de nota voor kennisgeving aan.