Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
Vergadering Nederlandse commissie voor het Schuman-plan, 29/30-06-1950.

1. Statuut van de HA.
De nationale regeringen moeten invloed hebben op de HA, bij voorkeur door een Raad van Ministers Hiernaast moet voor beroep nog een Hof bestaan.

2. De Marché Unique.
Er kunnen problemen verwacht worden in verband met de meestbegunstigde-clausule van het GATT.
Het gemeenschappelijk buitentarief moet zo laag mogelijk zijn.
De voorgestelde bevoegdheid van de HA om recommandaties uit te vaardigen met betrekking tot concurrentiekwesties gaat te ver.
Het zal moeilijk en waarschijnlijk ongewenst zijn hard tegen dumping op te treden.
De mogelijkheden van de HA in te grijpen in onderhandelingen met betrekking tot handelsverdragen moeten beperkt blijven.

3. Productie, investeringen en prijzen.
De taken en doelstellingen van de HA zijn nog niet duidelijk genoeg vastgelegd.
Kredieten voor de omschakeling van bedrijven zouden pas in de laatste instantie en op commerciële wijze door de HA verleend moeten worden.
Nederland zal moeten toestaan dat heffingen op de productie het Fonds de Péréquation bekostigen.
Een duidelijk prijsmechanisme dient vastgelegd te worden.
In het kader van de productieprogramma's dienen inkrimpingen te beginnen bij marginale bedrijven.
Regeringen moeten aan de financiering van bedrijven kunnen deelnemen, ook al heeft de HA afwijzend geadviseerd, maar deze deelneming moet commercieel gerechtvaardigd zijn.

4. Sociale aspecten.
De bevoegdheden van de HA inzake loonpolitiek dienen beperkt te blijven.