Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
G00643
04-07-1950
Samenvatting
Besprekingen met Belgische en Luxemburgse delegaties met betrekking tot het Schuman-plan.

Spierenburg zet de Nederlandse standpunten uiteen:
De macht van de HA is dictatoriaal groot. Een grotere rol voor de nationale regeringen is gewenst, door beroepsmogelijkheden en een tweede lezing van besluiten door de Raad van Ministers.
Als leden voor de Raad van Ministers en Assemblée Commune kunnen de leden van de Council van de OEES en het parlement van de Raad van Europa van de deelnemende landen dienen.
Het gemeenschappelijke buitentarief dient laag te zijn.
De doelstellingen van de overgangsperiode dienen vastgelegd te worden.
De gedwongen uittreding uit het college van de HA bij unanimiteit van stemmen is onaanvaardbaar.

Suetens geeft de Belgische standpunten (die door Luxemburg gesteund worden) weer:
De aan de HA op te geven bevoegdheden gaan verder dan de bevoegdheden waarover België beschikt.
De doelstellingen voor overgangsperiode dienen inderdaad vastgelegd te worden. De overgangsperiode dient kort te zijn en de bevoegdheden van de HA duidelijk omschreven.
Voor België zijn meer beroepsmogelijkheden gewenst, maar het is nog niet duidelijk welke vorm deze moeten krijgen.

Voor de Belgen moet het politieke aspect van de samenwerking op gelijk niveau met het economische gezien worden. De Belgen zijn het met de Nederlanders eens dat de macht van de HA beperkt moet blijven.

NB DOCUMENT TWEE KEER GESCAND