Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
Beknopt overzicht van de verschillen tussen de economische situatie in de Schuman-sector en in de agrarische sector.

A. Omvang der integratie
De producten uit de landbouwsector zijn veel minder homogeen dan uit de mijnbouw en er zijn verschillende productiesectoren te onderscheiden.
B. Interne economische bedrijfsstructuur
De bedrijfsstructuur is overwegend verticaal.
C. Producentenorganisatie
Door de andere aard van de sector hebben de producenten in de landbouw zich totaal anders georganiseerd dan in de mijnbouw.
D. Gelijkheid van productievoorwaarden
Veranderlijke factoren spelen in de landbouw een zeer grote rol, naast bodemgesteldheid, mentaliteit en ontwikkelingsgraad.
E. Nationale tegenstellingen
Er zijn grote spanningen tussen de belangen van de producenten (boeren) en de consumenten.
F. Onevenwichtigheid tussen aanbod en vraag
De vraag naar landbouwproducten is relatief onelastisch, maar het aanbod is aan schommelingen onderhevig.
G. Positie van de groep versus derde landen
De groep is op landbouwgebied importerend.
H. Handelspolitieke aspecten
Landbouwproducten zijn in tegenstellinge tot kolen en staal 'zwakke' producten.