Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
G00936
26-03-1953
Samenvatting
I. Fondsvorming voor landbouwintegratie.
Mansholt heeft diverse problemen gesignaleerd met betrekking tot het oprichten van een landbouwfonds, maar met een beperkte doelstelling kan dit fonds wel zijn waarde hebben. Samkalden noemt een fonds een voorwaarde om de integratie waar te maken, omdat zo de tegenslagen opgevangen kan worden en Europa bovendien naar buiten één financieel centrum kan laten optreden. Dit fonds zou echter in dienst moeten staan van een Europese douaneunie, en dus een bredere basis hebben dan alleen de landbouw. Over de bronnen voor de fondsvorming wordt nog nagedacht, maar de bestemming is vooral de prijsstabilisatiepolitiek.

II. De bespreking van landbouwministers van de 6 en de conferentie van de 16.
De bespreking van de landbouwministers van de zes Schumanlanden is logisch na de overeenkomst over de EPG.
Binnen de interim-werkgroep voor de landbouwintegratie van zestien landen mag Nederland zich niet te negatief opstellen, hoewel meestal weinig resultaten worden bereikt in deze samenstelling. In het gunstigste geval kunnen de productafspraken zodanig gecombineerd worden met de integratie van de zes dat de andere tien landen automatisch terechtkomen in een toestand van close associationship.