L00056
17-01-1959
Actoren
Brief en nota
Samenvatting
Luns stuurt de Ministerraad een brief en een nota over de samenwerking van de Nederlandse instanties met de Commissies van EEG en Euratom.
Geconstateerd wordt dat er zich problemen voordoen bij de contacten die door de Commissies van de EEG en Euratom worden gelegd met ministers en ambtenaren van de lidstaten, waaronder Nederland. Er dient nu een richtlijn te worden vastgesteld voor alle ministers en ambtenaren die bij deze contacten betrokken zijn. Tevens wordt een uiteenzetting gegeven van de gang van zaken die aan de besluitvorming van de Raden van EEG en Euratom voorafgaat. De voornaamste reden om dit onder de aandacht te brengen is de zorg dat door de vele informele bijeenkomsten over allerlei verschillende onderwerpen de besluitvorming zich in feite steeds meer buiten de Raden van Ministers om voltrekt en daardoor op den duur de eenheid en samenhang van het beleid ten aanzien van de EEG en Euratom in gevaar brengt. Eén van de richtlijnen dient te zijn dat ministers of ambtenaren die in vooroverleg treden met de commissies of fuctionarissen van de commissies dit wat de belangrijke kwesties betreft slechts doen na interdepartementaal vooroverleg in Den Haag.
Geconstateerd wordt dat er zich problemen voordoen bij de contacten die door de Commissies van de EEG en Euratom worden gelegd met ministers en ambtenaren van de lidstaten, waaronder Nederland. Er dient nu een richtlijn te worden vastgesteld voor alle ministers en ambtenaren die bij deze contacten betrokken zijn. Tevens wordt een uiteenzetting gegeven van de gang van zaken die aan de besluitvorming van de Raden van EEG en Euratom voorafgaat. De voornaamste reden om dit onder de aandacht te brengen is de zorg dat door de vele informele bijeenkomsten over allerlei verschillende onderwerpen de besluitvorming zich in feite steeds meer buiten de Raden van Ministers om voltrekt en daardoor op den duur de eenheid en samenhang van het beleid ten aanzien van de EEG en Euratom in gevaar brengt. Eén van de richtlijnen dient te zijn dat ministers of ambtenaren die in vooroverleg treden met de commissies of fuctionarissen van de commissies dit wat de belangrijke kwesties betreft slechts doen na interdepartementaal vooroverleg in Den Haag.