Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
L00137
09-02-1962
Actoren
Nota
Samenvatting
Nota inzake onderhandelingen over statuut Europese Unie

In een eerdere nota is ten aanzien van de oprichting van een politiek statuut gezegd dat Nederland alleen akkoord kan gaan indien Engeland daarbij betrokken wordt. De argumenten worden in deze nota kort herhaald. Luns heeft geprobeerd een Nederlands-Belgisch standpunt ten aanzien van deze kwestie te bereiken. Ook Belgiƫ deelt de zorgen van Nederland en vindt dat Engeland erbij betrokken moet zijn. Het Nederlands-Belgische standpunt vond binnen de rest van de lidstaten echter geen weerklank. Er is vervolgens wel gesproken over het statuut. Nederland behoudt zich het recht voor om tot een ander standpunt te geraken als zou blijken dat de Britten niet uitgenodigd zouden worden. De overige wensen van Nederland zijn: ruimere bevoegdheden voor het Europees Parlement en samenwerking op gebied van defensie dient te zijn verbonden aan het ruimere kader van de NAVO. Onder de lidstaten bestaat over de werkingssfeer van de Unie en de bevoegdheden van organen echter diepgaande meningsverschillen. Wel bestaat er overeenstemming over de wens dat de totstandkoming van de Unie stapsgewijs dient te geschieden. Er bestaan twee soorten documenten: eentje van Frankrijk en eentje van een studiecommissie. Dit laatste stuk wordt vervolgens van commentaar voorzien. Geconcludeerd wordt dat Nederland de samenwerking met de Belgen op dit gebied zal intensiveren; dat voorkomen moet worden dat Engeland uitgesloten zal zijn en dat de beoogde Unie ondergeschikt zal worden aan een intergouvernementeel overleg.
Zie ook