Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
L00145
21-01-1963
Actoren
Aantekening
Samenvatting
411. Na Brussel.
Op basis van mediaberichten wijst Jitta op de volgende zaken:
- De Gaulle zou tegenover Pisani hebben laten ontvallen dat hij helemaal geen overeenkomst wil met Engeland, terwijl de agrarische onderhandelaars elkaar juist heel dicht hadden genaderd;
- Aan Franse zijde zou worden overwogen een industriƫle vrijhandelszone voor te stellen. Volgens Jitta 'knap gevonden en niet Ơ priori uitgesloten', dat dit door Engeland onder bepaalde omstandigheden zou kunnen worden overwogen. Het bezwaar is dat aanvaarding van dit voorstel De Gaulle in de kaart zou spelen en de politieke breuk binnen Europa zou formaliseren. Jitta wijst in dit verband op een alternatief-voorstel van Monnet: doorgaan met het overleg tussen Engeland en de Vijf en negeren van de Franse sabotage. Op die manier kan Frankrijk wellicht in een positie worden gedrukt waar Engeland zich nu in bevindt;
- Frankrijk en Duitsland staan op het punt een overeenkomst te ondertekenen die voorzien in periodiek overleg op verschillende politieke en ambtelijke niveaus;
- Hoewel Jitta verwacht dat de onderhandelingen mislukken, moet niet over compromisregelingen worden gesproken, voordat Frankrijk onder de zwaarste druk is gezet en voordat de verantwoordelijkheden duidelijk gesteld zijn;
- Wat dit laatste betreft: het voorstel voor een vrijhandelszone moet daarom niet worden afgewezen, maar buiten de orde worden gesteld.
Jitta ziet de volgende pressiemiddelen ten aanzien van Frankrijk:
- Het voorstel van Monnet;
- Vertraging van de ratificatie van de Afrikaanse associatie;
- Vertraging van de associatie van Marokko;
- Vertraging van de verdere voltooiing van het landbouwbeleid.