Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
L00201
07-02-1966
Samenvatting
Nota inzake de benoeming van de Commissie der Europese Gemeenschappen

De benoeming van de nieuwe EC kan niet alleen problemen opwerpen in verband met de bekende Franse opvattingen omtrent de positie van de Commissie in het algemeen en het optreden van de huidige Commissarissen in het bijzonder, maar tevens vanwege de verdeling van het voorzitterschap en de vice-voorzitterschappen over de verschillende nationaliteiten. Er zullen nu vier ambten beschikbaar zijn voor zes nationaliteiten. Oplossingen:
- Roulering van de voorzitters en vice-voorzitters: maar pas om de vier jaar, in het belang van de continuiteit van het beleid;
- De voorzitter en vice-voorzitters dienen voor drie jaar te worden benoemd;
- Als het voorzitterschap aan een van de drie grootste landen zou toevallen, is een vice-voorzitterschap voor elk van de twee andere grote landen waarschijnlijk. nederland zou dan het derde voorzitterschap kunnen claimen. Als er bezwaren komen van Belgiƫ zou gedacht kunnen worden aan een roulering. Nederland is tegen meer vice-voorzitters dan twee.
- De vraag is wie Nederland naast dhr. mansholt wenst voor te stellen. Genoemd worden Linthorst Homan en Sassen. Ten aanzien van Frankrijk geldt de ongeschreven regel dat er geen bezwaar gemaakt wordt tegen de kandidaten, tenzij Frankrijk kandidaten van andere nationaliteiten zou weigeren te aanvaarden.