Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
3. Engeland en de EEG
(Nota van Luns, 1-5-1962, nr. 63737, met bijlagen)

Klompé vraagt zich af of de Nederlandse delegatie van plan is het bezwaar tegen uitholling van het supranationale karakter van de EG te laten vallen. De Pous meent dat Luns al eerder in de ministerraad heeft gezegd dat hij bij toetreding van Engeland "bereid is water in de supra-nationale wijn te doen". Klompé meende dat betrekking had op de politieke unie. Als dit ook voor de EG zou gelden, zou ze daartegen grote bezwaren hebben. De Quay benadrukt dat de vorming van een politieke unie geen verzwakking van de EG mag betekenen en evenmin een vooroverleginstantie van de NAVO. Toetreding van Engeland is nuttig, maar dan moet het ook aan de politieke unie deelnemen, iets wat de Fransen afwijzen. Zijlstra wijst erop dat hij van Spaak heeft begrepen dat toetreding van Engeland voor de Benelux een breekpunt zal zijn voor wat betreft de plannen van de politieke unie. Dit punt dient echter nog te worden besproken in de ministerraad. De raad aanvaardt overigens de nota.