Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
2e EEG en Europese politieke unie

Luns neigt naar het standpunt van Adenauer en Spaak, dat het de vraag is of landen als Ierland, Denemarken en Noorwegen deel moeten nemen aan de politieke samenwerking, aangezien deze steeds een gereserveerd standpunt zullen innemen. De uitspraak in de vergadering van de ministers van buitenlandse zaken in december dat alle landen die als lid tot de EEG toetreden ook lid van de politieke unie moeten worden, gaat volgens Luns te ver. De Pous vindt het bedenkelijk dat bij enkele EEG-landen en bij de EEG in Brussel de gedachte leeft dat uitbreiding van de EEG met meer landen moet worden tegengegaan en dat met neutrale Euroepse landen geen associatie moet worden aangegeaan. Klompé is tegen een Europese politieke unie die geheel los gehaakt is van de gemeenschappen. Luns antwoordt dat hij dit ook niet wenst. Hij wijst nog op de mogelijkheid dat een vorm van associatie wordt gekozen die bijna gelijk is aan het lidmaatschap.