Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
2b. EEG en Engeland

De onderhandelingen tussen EEG en Engeland verlopen uiterst moeizaam, mede vanwege het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Het is voor de Britse regering moeilijk om het landbouwsysteem dat sinds vele jaren een bestaan aan de boeren garandeerde, moet vervangen door het EEG-systeem. Volgens Nederland zou hieraan wel een mouw te passen zijn, maar dat stuit af op de Franse onwil en de apathie van de andere delegaties. Inmiddels is er een commissie van zeven landbouwministers o.l.v. Mansholt gevormd. Luns is bang dat de onderhandelingen in een crisissituatie komt. Marijnen vindt de vorming van de commissie tactisch noodzakelijk, "maar procedureel een onding". Marijnen denkt aan een compromis waarbij de Britse regering het EEG-systeem in beginsel aanvaardt en over een paar jaar volledig invoert. Er is een oplossing denkbaar, als er de politieke wil tot samengaan is. Deze ontbreekt echter bij de Fransen. Zijlstra merkt op dat als de politieke wil bij EEG-partners ontbreekt om Engeland tot de EEG toe te laten Nederland dat niet alleen zal kunnen trekken. Hij ziet als bezwaar van het EEG-landbouwbeleid dat dit zo gecompliceerd wordt, dat slechts enkele experts er de weg in weten. Dit zou de verantwoordelijke ministers tot marionetten maken. Luns zal samen met de Beneluxministers om tafel gaan zitten om te zien welke tactiek de beste is.