Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
L00424
10-06-1961
Actoren
Brief en nota
Samenvatting
Luns stuurt een brief en nota inzake de associatiepolitiek van de EEG met betrekking tot Afrika.

De nota bevat de Nederlandse visie op het probleem van de verhouding tussen Europa en Afrika in het algemeen en in het bijzonde op het prolbeem van de toekomstige verhouding tussen de EEG en de op dat moment daarmee geassocieerde Frans sprekende staten in Afrika. De algemene beleidslijn is als volgt:
- Het is onvermijdelijk dat ook na 1962 de EEg de associatieverhouding en de daarop gebaseerde economische hulp voortzet;
- De associatie moet voor alles ten doel hebben de geassocieerde landen tot politieke en economsiche ontwikkeling en zelfstandigheid te brengen;
- Nederland is bereid onderhandelingen te voeren met de thans geassocieerde Afrikaanse landen over de toekomstige inhoud van de nieuwe associatieverhouding;
- Bij het regelen van de associatie zal zeer bepaald rekening gehouden moeten worden met de belangen van derde landen en vooral vna andere Afrikaanse landen;
- Op langere termijn wil Nederland een regeling waarbij alle westelijke landen saemnwerken bij de economische ontwikkeling en economisch zelfstandig maken van Afrika. Van Afrikaanse zijde zouden een zo groot mogelijk aantal landen moeten worden betrokken.

Punten waarover nog geen overeenstemming bestaat:
- De wijze van financiƫle hulpverlening;
- Of de EEG ook technische hulp kan organiseren;
- Welk handelspolitiek regiem de associatie moet inhouden;
- welk standpunt aangenomen moet worden ten aanzien van het betrekken van andere Afrikaanse landen bij de associatieregeling.