Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
L00442
16-05-1953
Actoren
Nota
Samenvatting
Hollands Standpunkt zur Europäischen Wirtschaftsgemeinschaft

Nadat Nederland op 11 december 1952 en 14 februari 1953 de Zes een voorstel heeft voorgelegd betreffende een economische Europese Gemeenschap, heeft de Nederlandse regering in haar derde memorandum van 5 mei 1953 haar standpunt nader toegelicht. Ook in dit derde memorandum wordt niet ingegaan op institutionele of constitutionele vraagstukken. Na een uitvoerige uiteenzetting van de inhoud van het memorandum volgt een voorstel voor het Duitse standpunt:
- Over het algemeen is men het eens met de Nederlandse voorstellen. Met Nederland is Duitsland het eens dat het wezenlijke doel van de politieke gemeenschap de gemeenschappelijke markt moet zijn. Ook is Duitsland het er mee eens dat niet alleen het doel supranationaal moet zijn, maar ook de wijze waarop.
- Duitsland is het echter niet eens over de manier waarop bovenstaande doelen verwezenlijkt moet worden. Zowel het voorstel van Bidault als van Beyen zijn niet uitvoerbaar en volstrekt tegengesteld aan elkaar. Voorgesteld wordt te zoeken naar een compromis, door nu al het e.e.a. bij wet vast te leggen.