Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S00052
24-10-1949
Samenvatting
5. Nederlands standpunt t.a.v. de resoluties van de Consultatieve Assemblée te Straatsburg. (Nota minister van Buitenlandse Zaken, 20-10-1949).
Mansholt vraagt zich af of het in de nota neergelegde standpunt niet te negatief is, m.n. t.a.v. de wenselijkheid van de permanente commissies. Hij wenst te voorkomen dat er een tegenstelling groeit tussen de Assemblée en het Comité van Ministers.
De minister-president kan zich i.h.a. verenigen met het standpunt van Stikker. Hij acht de ontwikkeling in de richting van een verenigd Europa juist, doch de organisatie van Straatsburg heeft als bezwaar, dat het meer dan de 5 leden van de Brusselse overeenkomst heeft, maar minder dan de OEES. Tegen verdubbeling van het aantal leden van de assemblée heeft hij geen bezwaar.
De Raad aanvaardt de nota.
Zie ook