Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S00111
12-04-1950
Samenvatting
6. Samenwerking tussen de WU-landen t.a.v. andere dan militaire onderwerpen (Brief minister van Buitenlandse Zaken, 29-3-1950, 32587-2558 GS).
Lieftinck acht de bezwaren tegen het ontwerp-verdrag niet in de eerste plaats van fiscale aard. Indien de WU-landen elkaar faciliteiten t.a.v. de invoer van niet-commerciƫle films geven, kan dit worden gezien als niet-geoorloofde discriminatie. Hij acht het wenselijk dat de culturele commissie in dergelijke gevallen in contact treedt met Economische Zaken en Financiƫn.
Stikker concludeert dat Lieftinck geen bezwaar heeft tegen de overeenkomst als de geschetste moeilijkheden worden opgelost.
De minister-president meent dat de Raad elk voorstel afzonderlijk zal moeten bezien.
Zie ook