Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
4e. Europese Defensiegemeenschap.
Stikker brengt verslag uit van de besprekingen te Parijs. De sfeer was uitermate slecht. Niettemin waren de resultaten niet onbevredigend. Er is afgestapt van een commissaris en een commissariaat is aanvaard met 7 leden. Voorts is bepaald dat geen hogere commitments dan in NAVO-verband vastgesteld zullen worden verlangd. De verhouding NAVO-EDG leidde nog niet tot een afgeronde conclusie. De Duitsers en Fransen meenden dat de NAVO van ondergeschikte en voorbijgaande aard was en dat de EDG een blijvende oplossing moet bieden voor de overkoepeling van de oude - vooral Frans-Duitse - tegenstellingen.
Stikker heeft benadrukt dat in Nederland een grote meerderheid geporteerd is van een federatief Europa. Hij verklaarde dit als antwoord op het verwijt dat Nederland de integratiepogingen zou bemoeilijken.
Conclusie is dat op hoofdlijnen bereikt is wat Nederland wilde en dat het nu juist zou zijn op minder belangrijke punten niet keihard te zijn.
Andere ministers, zoals Drees en Van den Brink zijn tevreden over de bereikte resulaten. Laatstgenoemde spreekt de wens uit dat het plantje, dat een aannemelijke vorm begint te krijgen, voorspoedig zal groeien, opdat het doel van een federatief Europa dichterbij komt.
Mansholt wijst nog op de besprekingen in februari over de vorming van een landbouwgemeenschap.