Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
3a. Verklaring inzake parlementaire controle bij de EDG. (Brief ministers van Buitenlandse Zaken en Zonder Portefeuille, 29-4-1954, no. 2410).
Aan het eind van de vergadering van 13 april heeft Beyen gewezen op de mogelijkheid dat de democratische controle door directe verkiezingen van de EDG-assemblee aan de orde kan komen. In de interimcommissie van de EDG is men met het voorstel gekomen een direct verkozen assemblee te vormen waaraan de Hoge Autoriteit van de KSG en het Commissariaat van de EDG verantwoordelijk zouden zijn. Beyen wil hier nog niet aan meedoen, maar meent ook dat Nederland moeilijk afzijdig kan blijven. Hij stelt voor te concluderen dat de Nederlandse regering bereid is, als de andere vijf landen daartoe overgaan na inwerkingtreding van de EDG de leden van de assemblee van EDG/KSG direct te doen verkiezen. De Raad stemt hiermee in.
Zie ook