Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
13. Werkzaamheden van de studieconferentie inzake de Europese integratie (brief minister van Buitenlandse Zaken en Zonder Portefeuille, 31-10-1955, no. 147.251 en brief minister van Financiën, 3-11-1955, no. B.22.974)
De contouren van de gemeenschappelijke markt worden zichtbaar en nu rijst de vraag of er nog behoefte is aan kwantitatieve restricties, komt de vraag van het supranationale karakter van het te vormen orgaan aan de orde. Staf meent dat als de groep van zes gehandhaafd wordt, men een beperkte doelstelling moet hebben met een supranationaal orgaan.Laat men het supranationale vallen, dan moet de groep groter zijn. Beel meent dat men hoog moet mikken, maar niet te hoog.
Zijlstra ziet de integratie als onomkeerbaar proces. Als men begint, dan moet er zekerheid zijn, dat de zaak wordt voortgezet.. Hij is daarom ook tegen kwantitatieve restricties voor afzonderlijke landen.
Zie ook