Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
12. De gemeenschappelijke markt en het buitentarief. (Brief ministers van Buitenlandse Zaken en Economische Zaken, 5-12-1956, nr. 169.645).
Zijlstra zegt dat de essentie van de concusies is dat men bij de vaststelling van het buitentarief van de nationale invoertarieven de kop wil afslaan en vervolgens het rekenkundig gemiddelde wil berekenen. In Brussel heeft men echter tot een ander systeem besloten, waarbij eerst het gemiddelde wordt berekend en vervolgens hoge uitlopers worden verminderd.
De minister-president ziet voorlopig weinig terecht komen van het opnemen van de landbouwo onder het verdrag. De raad gaat akkoord met de nota.
De minister-president heeft gelezen dat de verwachting is dat half januari beide verdragen inzake de gemeenschappelijke markt en Euratom getekend zouden zijn en in mei geratificeerd. Voor Nederland is zo'n korte termijn niet te verwezenlijken.
Zie ook