Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S00452
29-08-1952
Actoren
Brief en nota
Samenvatting
Nota inzake ministersconferentie 9 en 10 september te Luxemburg.
Duitsland wil de diverse plannen voor een politieke autoriteit (w.o. resolutie 14 van de Raad van Europa en de Britse voorstellen) aan de orde stellen. Voorts zal worden gesproken over de Italiaanse ontwerp-resolutie om na het inwerking treden van de EDG een democratisch gekozen Assemblée in het leven te roepen. Hiermee staan de zes voor een fundamentele beslissing over de wijze waarop de verdere integratie van Europa dient te worden verwezenlijkt. De instelling van een 'politieke autoriteit' wordt gepresenteerd als een panacée voor alle kwalen die de sectorale integratie beheersen. Gevreesd wordt dat hiermee pogingen om langs functionele weg tot integratie te komen verder zullen verslappen. Voor Nederland dient de economische integratie voorop te staan. Te vrezen valt ook dat als de opdracht tot uitwerking van de plannen wordt opgedragen aan een assemblée de regeringen hun invloed uit handen zullen geven.
Conclusie: Voor een supranationale politieke autoriteit is geen plaats zolang de basis voor een gemeenschappelijk algemeen beleid, t.w. een belangengemeenschap van de deelnemende staten niet is gewaarborgd. Als men de functionele weg wil verlaten kan als andere oplossing slechts de vorming van een Europese confederale of federale unie aan de orde worden gesteld.