Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S00565
06-03-1954
Actoren
Rapport
Samenvatting
Algemene beschouwing over de economische besprekingen ter Parijse studieconferentie EPG van 7 januari tot 8 maart 1954.
Volgens Homan zijn de besprekingen nuttig geweest, maar het was vooral een politiek gesprek over het rapport van Rome. Het eindrapport is dan ook geen sluitstuk van de besprekingen geworden. Conclusies van de Nederlandse vertegenwoordigers: a) de geldende instructie laat niet toe zich in voldoende mate uit te spreken over de vraagstukken van een werkelijke gemeenschappelijke markt, die toch als einddoel wordt aanvaard. B) Op basis van de geldende voorstellen en instructie zijn wel regelingen op een beperkt gebied denkbaar, doch deze vormen nog niet een deel van de gemeenschappelijke markt. C) Hoe nuttig een douaneunie ook is en nodig, onderhandeling daarover kan alleen vruchtbaar zijn, wanneer men òf niet tegelijkertijd als doel de gemeenschappelijke markt noemt, òf de voorstellen belangrijk uitbreidt.
De zaak eist nu een politieke beslissing van de regering, wil men op economisch gebied i.h.k.v. de EPG werkelijk iets concreets bereiken.

Bijlagen: De vrijmaking van het goederenverkeer (bijl. 2), het vraagstuk der economische politiek (bijl. 3) en het vraagstuk van de concurrentie (bijl. 4.)