Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S00694
03-03-1947
Samenvatting
Van Boetzelaer betuigt n.a.v. het onvangen Memorandum Préliminaire zijn instemming met de internationale organisatie die Kerstens c.s. wil oprichten. Iedere beweging die zich een toenadering tussen staten en volkeren ten doel stelt mag in het algemeen met vreugde worden begroet, en dat is zeker ook het geval met Kerstens' organisatie. De samenwerking acht de minister vooral van belang op economisch en cultureel terrein. Het is wel gewenst dat politieke aspecten buiten beschouwing blijven, aangezien dan het gevaar bestaat van een tegenstelling tegenover andere mogendheden. De Ligue zou "een nuttig instrument" kunnen zijn "voor den vrede en de ontwikkeling van de wereld na den oorlog."