Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01048
15-08-1955
Samenvatting
De liberalisatie van het kapitaalverkeer binnen de zes landen van de EGKS.
De wenselijkheid van vrij kapitaalverkeer vloeit voort uit het streven de productiefactoren daar hun aanwending te doen vinden, waar die het maximale effect sorteert. De mogelijkheid van vrijmaking hang af van de kapitaalspositie van het land en van de zuigkracht welke het buitenland op de kapitaalmarkt van het betreffende land kan uitoefenen. Op het terrein van de kapitaallliberalisatie zijn drie terreinen te onderscheiden: 1) vrijgeven van geblokkeerd kapitaal van niet-ingezetenen, 2) toestaan van directe investeringen, 3) vrijmaking van de handel in effecten en toestaan van openbare emissies.
Het is niet mogelijk reeds tevoren de realisatie van de gemeenschappelijke kapitaalmarkt vast te leggen; wel zou vrijmaking in de eerste etappe kunnen worden overeekngekomen. Hiermee wordt afgeweken van het automatisch karakter welk Nederland bij de realisatie van een vrije goederenmarkt altijd heeft bepleit.