Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
Nota inzake het vraagstuk van de betrekkingen van de Gemeenschappelijke Markt met de overzeese gebieden van de leden-staten.
Een werkgroep uit de interdepartementele coördinatie-commissie heeft zich olv Bot over dit vraagstuk gebogen. Conclusie is dat de inschakeling van de overzeese gebieden voor Nederland weinig aantrekkelijk is. Inschakeling zou de totstandkoming van de gemeenschappelijke markt vertragen en compliceren. Anderzijds dient rekening te worden gehouden met het bestaan van banden tussen de Europese landen en hun overzeese gebieden. T.a.v. Frankrijk moet een regeling worden gevonden. Voorts kunnen bepaalde handelspolitieke banden tussen de Gemeenschap en verschillende overzeese gebieden wenselijk zijn. Indien inschakeling politiek onafwendbaar blijkt, zal men wellicht een oplossing moeten zoeken hetzij in de procedure die een beoordeling van geval tot geval mogelijk maakt of in een voorlopige bescherming van de overzeese gebieden door handelspolitieke belemmeringen, welke zo nodig moeten worden doorgetrokken in de gemeenschappelijke markt. Deze bescherming moet tot het noodzakelijke minimum beperkt blijven.
Zie ook