Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01367
13-1-1966
Samenvatting
Raadszitting te Luxemburg op 17 en 18 januari 1966 inzake de crisis in de Europese Gemeenschappen.
De onderhandelingspositie van de vijf wordt mede bepaald door de vraag of Frankrijk uiteindelijk de communautaire samenwerking à six wenst voort te zetten. Er is wellicht iets meer reden om deze vraag bevestigend te beantwoorden nu de Franse regering besloten heeft tot een verdere 10%-verlaging van de intra-rechten.
Bij de confrontatie met Frankrijk zou als uitgangspunt genomen moeten worden: a) dat het de Franse regering is, die wijziging wenst te brengen in de huidige opzet van de Gemeenschappen en dat het aan haar is om met voorstellen terzake te komen en b) dat de vijf tot twee keer toe hebben vastgesteld dat de verdragen niet kunnen worden gewijzigd, noch bij wege van een amendement, noch bij wege van interpretatie, om aan de Franse eisen tegemoet te komen.
T.a.v. de mogelijkheid van meerderheidsbesluiten moet rekening worden gehouden dat Frankrijk zal zoeken naar een formule, op grond waarvan meerderheidsbesluiten worden uitgesloten wanneer vitale belangen van een of meer lidstaten in het geding zijn, Het zal echter niet eenvoudig zijn een formule te vinden die niet in strijd komt met hetgeen de vijf hebben afgesproken over handhaving van de verdragen.