Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01374
04-05-1962
Actoren
Nota
Samenvatting
Nota dd. 25 april 1962 met ontvangen codebericht van 18 april 1962 over politiek overleg van de zes.
Schmelzer vraagt zich af of het wel verdedigbaar is om te stellen dat Nederland in een politieke unie genoegen zou kunnen nemen met een geringere mate van supranationaliteit, indien aan een dergelijke politieke unie Engeland zou deelnemen. Moet ons beleid niet zijn dat we een economische gemeenschap hebben gevormd met elementen van supranationaal gezag, omdat in de moderne economische en staatkundige verhoudingen de hechtheid en de continuiteit van de economische gemeenschap zulk een supranationaal gezag vragen. We komen nu echter tot de conclusie dat op den duur een economische gemeenschap slechts optimaal kan functioneren wanneer deze is ingebed in een politieke gemeenschap. We kunnen de politieke unie echter niet anders starten dan op basis van unanimiteit. Maar ook op dit terrein zijn supranationale elementen onontbeerlijk.
Het is daarom niet juist om nu al te stellen dat toetreding van Engeland zou leiden tot minder supranationaliteit. Logischer en aantrekkelijker is om een voorlopig akkoord over een politieke unie af te sluiten, waarin de unanimiteit op niet-economische terreinen geldt tot een bepaald tijdstip in de toekomst, waarna men op basis van ervaringen het verdrag kan herzien.