Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
410. Brussel na de persconferentie van De Gaulle van 14 januari 1963.
Jitta meent dat voortzetting van het technisch overleg, ook nadat De Gaulle van zijn politieke onwil heeft blijk gegeven, wel degelijk nog zin heeft. Engeland blijft bereid te praten over volwaardig lidmaatschap en verder hebben de overige vijf EEG-lidstaten elkaar gevonden op een gezamenlijk verzet tegen Frankrijk.
Thans gaat het erom een technische formule te vinden die voor vijf van de zes plus Engeland aanvaardbaar kan zijn, waartegen Frankrijk geen wezenlijke, zakelijke bezwaren zou kunnen inbrengen. Lukt dat, en blijft Frankrijk in zijn onwil volharden, dan zal daarmee ook duidelijk zijn vastgesteld, dat het zich in een volstrekt geïsoleerde positie heeft gemanoevreerd.
De vraag die nu gesteld moet worden is hoe Frankrijk nog verder geïsoleerd kan worden. Het zou van groot belang zijn als Adenauer ertoe kan worden gebracht af te zien van een bezoek aan Parijs of anders dat hij stelling zou namen tegen het Franse optreden en alle medewerking te onthouden aan het tot stand brengen van de gereed gemaakte as Bonn-Parijs.