Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01430
06-05-1965
Samenvatting
Op de komende EEG-raad van 13 en 14 mei staan enkele onderwerpen waarover het nieuwe kabinet zich moet uitspreken, nl. De financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, de toekenning van eigen begrotingsmiddelen aan de Germeenschap en de versterking van de bevoegdheden van het Europees Parlement.
De uitgaven voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid worden in toenemende mate gefinancierd door het Europese Oriëntatie- en Garantiefonds, dat gevoed wordt door de lidstaten volgens een verdeelsleutel. Volgens het financierings-reglement moet vóór 1 juli een nieuwe regeling worden getroffen. De Commissie heeft voorgesteld dat op 1 juli 1967 de eindfase ingaat voor alle producten en alle inkomsten uit landbouwheffingen en invoerrechten af te dragen aan de Gemeenschap. Aan dit besluit koppelt de Commissie een ontwerp-besluit tot uitbreiding van de bevoegdheden van het Europees Parlement op het gebied van budgetcontrole.
De Coördinatiecommissie acht het uitgesloten dat Frankrijk hiertoe bereid zal zijn. De ministerraad zal een gedragslijn moeten vaststellen tussen een minimumpositie (terwille van het bewaren van een gesloten front van de vijf) en een maximumpositie waarmee garen kan worden gesponnen in de Staten-Generaal.