Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01449
05-07-1967
Samenvatting
Conclusies Coördinatie Commissie t.b.v. Raadszitting EEG op 10 en 11 juli 1967.
1. Lidmaatschapsaanvragen van het VK, Ierland en Denemarken.
Verwacht wordt dat de Fransen een aantal problemen zullen opwerpen die eerst bestudeerd moeten worden, alvorens een besluit kan worden genomen over de opening van de onderhandelingen. Deze hebben vermoedelijk betrekking op de gevolgen voor de Gemeenschap en de zwakke economische positie van Engeland.
Nederland is voorstander van toetreding van Europese landen die de verdragen en reglementen aanvaarden. Indien andere landen problemen zien i.v.m. toetreding nieuwe leden, dan is Nederland bereid deze in de Raad te bespreken. Daarbij zal worden gestreefd naar het zoveel mogelijk beperken van deze problemen om een beslissing over het openen van de onderhandelingen te bespoedigen. Nederland gaat ervan uit dat de betrokken problemen oplosbaar cq. Overkoombaar zijn in het licht van de politieke wil om Engeland en andere Europese landen als lid toe te laten.

Verder kwamen aan de orde de Internationale Tarwe-overeenkomst annex voedselhulp, Spanje en de Mahreb-landen.