Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01469
05-06-1961
Samenvatting
172. Franse plannen inzake politieke samenwerking.
De Vos gaat nader in op de denkbeelden van Spaak, die ook herhaaldelijk door Beyen naar voren worden gebracht. Voor een Frans-Duitse samenwerking, die zou leiden tot een dominerende positie i.h.k.v. een politieke samenwerking van de zes behoeft men niet bevreesd te zijn. Immers, daar zijn wij zelf bij. Voorts kan men aldus Frankrijk weer in het NAVO-gareel brengen.
De Vos meent echter dat het illusoir is te denken dat de kleinere deelnemers in de politieke samenwerking erin zullen slagen De Gaulle van zijn voornemens af te brengen. Alleen als men kan rekenen op Duitse oppositie tegen de politiek van De Gaulle zou het anders kunnen zijn.
Voorts gaat Spaak ervan uit dat de Britten slechts aan politieke topgesprekken kunnen deelnemen na toetreding tot de EEG. Volgens De Vos kan een geïnstitutionaliseerd politiek overleg niet leiden tot eengezinde samenwerking indien er geen sprake is van eenheid van politieke doctrine.
Spaak gaat aan de ware problematiek voorbij. Het gaat niet om een Franse conceptie om te komen tot uitbreiding van de economische samenwerking tot het politieke vlak en dus tot nauwe Europese samenwerking, maar om aan de Franse politiek een Europees eitket te geven.