Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01480
04-02-1965
Samenvatting
Europese Politieke Samenwerking.
Het bezoek van Erhard aan De Gaulle (19/20 jan) is een demonstratie geworden van Frans-Duitse toenadering. Het belangrijkste gevolg is dat het gesprek over de politieke samenwerking van de zes nu wel spoedig op gang wordt gebracht. Het resultaat kan als een meevaller worden genoemd. Uit het gesprek dat Luns in Londen met Erhard heeft gehad, blijkt dat De Gaulle zich verrassend rustig en conciliant heeft opgesteld.
De Gaulle heeft ingestemd met Erhards wens 1) op korte termijn een bijeenkomst van de ministers van Buitenlandse Zaken te arrangeren, die een procedure moet vaststellen tot instelling van een nieuwe commissie-Fouchet, om uit de verschillende plannen één gemeenschappelijke tekst te brouwen. 2) Op een later tijdstip te komen tot een topconferentie van regeringschefs, die e.e.a. moet bekrachtigen in een nieuwe 'verklaring van Bonn".
Aan de orde kwam ook de Duitse hereniging. De Gaulle meende dat deze het beste gediend was door 1) verdere toenadering tot O-Europa en 2) versterking van de onafhankelijkheid van W-Europa t.o.v. de VS.

Op verzoek van de ministerraad van 15/1 heeft BuZa gereageerd met een ontwijkende nota, die in hoofdzaak bestond uit een eigen interpretatie van het regeringsstandpunt, zoals dat werd vastgesteld op 7 dec. Op 29 dec. heeft de ministerraad BuZa gevraagd om een analyse van de recentste ontwikkelingen..