Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
Coördinatiecommissie, 6 juli 1960.
- Associatiefilosofie van de EEG, m.b.t. de Afrikaanse landen. Het onafhankelijk geworden Togo heeft het verzoek ingediend tot continuering van de associatie. Juridisch heeft Togo hier geen recht op, maar Frankrijk en de Europese Commissie zijn voor voortzetting zonder onderhandelen. Kymmell meent dat de associatie voorlopig kan worden voortgezet, maar dat er daarna onderhandeld moet worden, waarbij de positie van de Afrikaanse landen in het algemeen en mogelijk ook van onderontwikkelde landen daarbuiten in ogenschouw moet worden genomen.
Algemeen voelt men wel voor voorlopige voortzetting van de associatieregeling.
- Landbouwvoorstellen. Het Nederlandse standpunt wordt als volgt samengevat: De prijzen van landbouwproducten zullen zo laag mogelijk moeten worden vastgesteld. Er moeten zo groot mogelijke waarborgen voor verruiming van de landbouwafzet worden geschapen. Nederland zal zich verzetten tegen de financiering van de achterlijke Duitse landbouw. Van Lennep meent dat scherper moet worden geformuleerd dat het prijsniveau op het laagste niveau moet worden gericht en dat men de vorming van een structuurfonds ten stelligste moet afwijzen.
Zie ook