Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
Conclusies CoCo van 18 okt. 1967 m.b.t. de Raadszitting EEG op 23 en 24 oktober a.s.
2. Toetreding VK, Ierland, Denemarken en Noorwegen tot de EG. De CoCo kon zich verenigen met de in de nota weergegeven opvattingen over de door Nederland te volgen beleidslijn. Men was het erover eens dat met het oog op de bemiddelende positie die Duitsland wil innemen, niet opportuun is om reeds op de a.s. Raadsvergadering het vraagstuk op de spits te drijven. De CoCo kwam overeen dat Nederland zal deelnemen aan een voorbereidend gesprek tussen de zes over de Engelse toetreding, mits voldaan wordt aan 5 voorwaarden: 1) er dient een beperkte lijst van onderwerpen te worden opgesteld, 2) er dient een tijdslimiet voor dit gesprek te worden overeengekomen, 3) deze voorbereidende studie dient expressis verbis te geschieden, 4) indien nodig is om tot een gemeenschappelijk standpunt te komen moet het mogelijk zijn contact met de Engelse regering op te nemen, 5) de aldus overeengekomen standpunten mogen niet meer zijn dan uitgangsstellingen, geen definitieve voorwaarden.
Inzake de toetreding werd o.m. gesproken over het karakter der Gemeenschappen, technologische samenwerking, problemen i.v.m. de overgangsperiode, landbouwfinanciering en Commonwealthvraagstukken.