Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01679
03-03-1959
Samenvatting
Kymmell had ter gelegenheid van de Raadsvergadering van de EGKS te Luxemburg een onderhoud met de nieuwe Britse ambassadeur bij EGKS en Euratom, Tandy. Hij meldde dat bij de ambtenaren in Londen het besef was doorgedrongen dat Engeland zeer goed tot de Gemeenschap had kunnen toetreden. Engeland streeft nu naar associatie met Euratom. Kymmell vroeg hem waarom hij nog niet geaccrediteerd was bij de EEG. Tandy sprak over psychologische weerstanden in Londen, maar meende dat dit nog wel zou gaan gebeuren.
T.a.v. de Nederlandse opvattingen over de verhouding tussen de zes en de elf stelde Kymmell dat de Engelse regering niet steeds verkaringen moet afleggen dat zij niet tot de EEG wenst toe te treden, dat Engeland bereid moet zijn mee te werken aan een permanent overleg met de zes in het kader van de OEES ter regeling van handelspolitieke vraagstukken. Voorst dat Engeland moet nadenken over toetreding tot Euratom. Hier zit, aldus Kymmell, de zwakste schakel van de weerstanden in Engeland tegen de Europese Gemeenschappen.