Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01709
28-08-1961
Samenvatting
Notitie inzake enkele principiƫle politieke problemen verband houdend met het verzoek van Engeland om toetreding EEG.
1. Toetreding van Engeland moet met grote prioriteit en zo snel mogelijk worden geregeld. 2. De grondbeginselen, neergelegd in het EEG-verdrag, alsmede de supranationale opzet dienen in tact te blijven. 3. Het aantal technische verdragswijzigingen en additionele protocollen dient zo gering mogelijk te zijn.
4. De leden moeten tot alle drie Europese Gemeenschappen toetreden.
Principiƫle vragen betreffen o.m. of alle andere landen die om toetreding verzoeken, kunnen worden toegelaten (gedoeld wordt op het neutrale Ierland), moeten de nieuwe lidstaten ook deelnemen aan het Europese topoverleg, hoe moet de verhouding zijn tegenover de neutrale landen, wat zal de rol van de OESO zijn in de toekomst en wat zal de verhouding zijn tussen de vergrote EEG en de landen van het Gemenebest.
T.a.v. toetreding neutrale landen (w.o. Ierland) hoeft nog geen standpunt te worden ingenomen. Voorts meent DIE dat het onmogelijk of moeilijk is als een land lid wordt van de EEG en niet deelneemt aan het overleg in Parijs over politieke samenwerking.

N.B. notitie is overhandigd aan Luns met het oog op bespreking op de ambassadeursconferentie.