Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01712
04-11-1961
Actoren
Memorandum
Samenvatting
1673. EEG-onderhandelingen met Engeland.
Volgens Van Ittersum vertoont De Pous de neiging opeens verschrikkelijk hard te gaan lopen. Hij meent dat de situatie nu geheel anders is dan toen de onderhandelingen over het EEG- en Euratom-verdrag begonnen. De toetreding van Engeland is een andere zaak, er is geen sprake dat verdragen op de helling zullen komen. Het gaat slechts om formules in protocollen vast te leggen die aan een beperkt aantal moeilijkheden die toetreding van Engeland oplevert tegemoet te komen. Nederland moet hopen dat de discussies met Engeland zich tot de grote lijnen beperken en niet ontaarden in omvangrijke technische besprekingen over snijbonen etc. Voor Nederland is van belang dat Engeland op redelijke termijn een besluit tot toetreding kan nemen en de belangrijkste rol van de Benelux is om tussen Frankrijk en Engeland een bemiddelende rol te spelen.
W.b. de ambtelijke delegatie wordt voorgesteld om DGES aan te wijzen. Gepleit wordt voor een kleine delegatie, welke naar bewind van zaken met adviseurs kan worden aangevuld.